Column Peter Verschure: ’ter dood veroordeeld…’

Foto: CC0/Public Domain

Peter en Elly Verschure zijn eigenaar van de beroemdste tuin van Dongen (en misschien wel van Nederland) aan de Groenstraat. De belevenissen in deze tuin zijn al meer dan een jaar veelvuldig te zien en te horen geweest op radio en televisie waarbij Peter zijn passie voor alles wat de natuur voortbrengt op een aanstekelijke manier presenteert. Peter schrijft in zijn column over zijn ervaringen in zijn eigen tuin en natuurlijk geeft hij als specialist zo nu en dan ook nuttige tuintips.

Ter dood veroordeeld…

Een eindje voor mijn ouderlijk huis woonde een rijke, maar vooral gierige schoenfabrikant die een heel groot sparrenbos van vele hectares rond zijn – ook heel grote – huis had staan. Een bos vol dennenbomen in alle maten waar ook veel konijnen onder zaten. Zijn konijnen kwamen echter bij ons het hele jaar door in onze groentetuin eten. Ons vader vond dat nooit zo erg want rond kerstmis waren die konijntjes ook mooi bol en rond. Dan ging vader met de jagers mee; heel gezellig want dan dronken ze eerst met z’n allen een flinke neut Jägermeister, en zodoende waren ze soms al aangeschoten voor ze zelf geschoten hadden. Mijn broer en ik waren zo’n 14 à 15 jaar en gingen liever stropen met een fretje van die schoenfabrikant- dat mocht eigenlijk niet maar stropen was spannender dan kopen en voor een konijntje kenden ook wij geen gratie. We moesten de boswachter dan natuurlijk niet tegenkomen met zo’n beestje onder onze jas, want dan waren wij het haasje.

Die schoenfabrikant had zoveel kerstbomen, dat wij ze niet eens konden tellen dus ook voor de ‘kerstbomenjacht’ was het een ideaal gebied. Mijn broer zei dan: “hij zal ze toch niet missen.” Thuis aangekomen gingen wij dan samen heel schijnheilig onder die gestolen boom kerstliedjes zingen. En de vijf gulden die ons moeder ons meegegeven had om een mooie kerstboom te kopen hebben we op een verantwoorde manier geïnvesteerd, want met de rotjes die we daar van kochten hebben we het oudjaar keihard uit geknald. Zo hard dat die schoenfabrikant er zelf ook van kon meegenieten. En met kerstmis genoten wij in het geheim ook nog van zijn konijn.

Onze kleinzoon is nu ook 14 jaar, even oud als ik toen, en dat manneke houdt ook van alle dieren en de natuur. Konijnen, paarden, schapen en kippen. Een mooie reden om hem op zijn verjaardag te verblijden met twee krielkippen. Samen hebben we bij hem thuis een oersterk kippenhok in elkaar getimmerd. Een goed slot zat er echter helaas niet meer in en hij zei “nou opa, dan bind ik het wel even met een touwtje dicht.” Dat die hennen bepaald niet kippig waren ontdekte ik de volgende dag toen ze weer bij ons op het erf liepen. Toen hij ze kwam vangen vroeg ie meteen een paar bevruchte eieren mee want hij snapte wel dat ie zonder haan geen mooie kuikentjes zou krijgen. Na 25 dagen meldde hij ons de geboorte van twee prachtige, lieve kuikentjes.

Ze groeiden prima maar de ene leek veel harder te groeien dan de andere. Hij was iets groter, maar ook iets brutaler, had lange staarveren en een grotere rode kam. Hij begon ook al te kraaien…steeds harder…en steeds vroeger! Die kip begon dus haantjesgedrag te vertonen. Vooral zijn gekraai deed het ochtendhumeur van de buurt en de familie geen goed. Tegen kerst viel het besluit….die haan gaat eruit! Maar zelfs bij ‘gratis af te halen’ kwam voor de kraaiende haan nergens geen reactie vandaan. Toen nam zijn vader, onze zoon, een drastisch besluit: die haan….die gaat eraan! Omdat ie geen eieren kon leggen moest ie dus maar het loodje leggen. Aarzelend werd naar een hakblok gezocht en terwijl hij het mes ging slijpen begon hij ‘m zelf ook een beetje te knijpen. Ook zoonlief kreeg een brok in de keel en baalde terwijl hij het haantje het kippenhok uit haalde. De twee mannen keken elkaar vragend aan, want het was eigenlijk toch wel een lieve haan, en dit werk hadden ze nog nooit gedaan.

Toen stelde mijn kleinzoon voor om Oma nog even te bellen over dit probleem met de haan te vertellen. Want ik had blijkbaar ooit tegen hem gezegd: “een kip met gouden eieren kun je gerust brengen maar aan een haan zonder eieren heb ik niet veel.” Oma zei echter: “och ventje, dat haantje kan er hier nog wel bij, laat ‘m maar los hier in de wei.” Een zucht van verlichting was het resultaat en ook zijn vader werd van een trauma verlost, al vond ie een gebraden haantje wel lekkere kost. De haan werd dus snel in een doosje gedaan en ontliep zo de strop, bijna als een kip zonder kop.

Ook bij ons blijft ie niet in zijn hok, hij zit in de goot en soms op de nok. Of in een boom op een tak maar altijd op zijn gemak. Hij loopt de hele dag achter me aan door d’n hof en eigenlijk vind ik Henkie best wel tof. Ja, want Henkie, zo hebben we hem genoemd, loopt ook op staat en is in de buurt al wereldberoemd. Al zitten mijn vingers in het verband, Henkie die eet gewoon uit mijn hand. Ik moet eigenlijk eerlijk wat bekennen: ik ben ‘m een beetje aan ’t verwennen. Ik ben een beetje van Henkie gaan houden en hij voelt zich hier prima thuis tussen acht hennevrouwen. Hij heeft inmiddels als haan van alle dames genoten en, dankzij Oma, zijn doorvonnis ontlopen. Dus met kerstmis…ben maar niet bang, ligt bij ons niet Henkie…maar Flappie in de pan.

Een vredige kerstmis namens Henkie de Haan

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen