Mijmeringen: ‘Digitale mantelzorger’

Foto:

‘Mijmeringen’ is een wekelijkse column van Dongenaar Rinus Krijnen.

Digitale mantelzorger

Het is niet gemakkelijk om je boodschap duidelijk over te brengen. En zeker niet als je dit efficiënt en duurzaam wil doen. In den beginne was alleen spreken tegen elkaar mogelijk. Dat is -gelukkig- nog wel een belangrijke communicatievorm, maar dat begint ook al flink te slijten. Het nadeel van spreken is dat je de taal van de toehoorder moet gebruiken, om ervoor te zorgen dat jouw boodschap overkomt. Taal is dynamisch en levendig. Spreek je jouw boodschap uit in perfect ABN, dan zal de één dit als duidelijk en correct ervaren, de ander formeel, archaïsch en op afstand. Gebruik je geen beleefdheidsvorm als ‘u’ dan kan de ene hoogbejaarde dit als niet-respectvol ervaren, terwijl de andere dit ziet als creëren van betrokkenheid. Taal kent vele vormen.

Omdat we hoe langer hoe meer internationaal betrokken zijn, vinden we het belangrijk dat onze mening begrepen wordt. In een land als Nederland met een eigen taal is het buitenland oneindig veel groter. We zien dus aan de ene kant een vervlakking van de taal door de introductie van vele buitenlandse, voornamelijk Engelse termen. Voordeel is dat we elkaar beter verstaan. Aan de andere kant zijn er grote groepen die onderling elkaar prima verstaan, maar waarvan de rest van de omgeving niets begrijpt. Ik heb het dan over zware dialecten en straattaal. In een groter verband zou je kleine talen hier ook toe kunnen rekenen.

Met spreken is het dus al moeilijk elkaar te verstaan; met schrijven is dit zo mogelijk nog lastiger. Nadeel van schrijven is dat het zwart op wit staat en onveranderlijk is. Bovendien bereikt een geschreven tekst een veel grotere groep. Waar bij spreken communiceren meestal een interactief verloop heeft omdat je direct kunt reageren, is dat bij schrijven niet zo. Corrigeren is bij een geschreven tekst er niet bij. En dan heb ik het niet over radio-uitzendingen, presentaties of speeches maar gesprekken. De genoemde lineaire communicatievormen lijken daarom meer op schrijven dan praten.

Ga je iets opschrijven dan had je vroeger alleen pen en papier. Afgezien van de ontwikkeling van deze hardware is het effect van geschreven tekst nog steeds hetzelfde. Je hebt iets mede te delen en dat doe je op schrift. Om te zorgen dat de boodschap begrepen wordt zorg je dat de inhoud voor de lezer begrijpbaar is. Er zijn drie taalniveaus die ook weer zijn onderverdeeld in twee subniveaus. Die zijn onderkend om mensen die voor hun beroep teksten maken te laten voorkomen dat de boodschap voor het beoogde publiek niet begrepen wordt. Het heeft niet veel zin om met ingewikkelde zinnen en woorden iets heel simpels voor eenvoudige mensen uit te leggen. Vaak geeft de opdrachtgever van de te maken tekst al aan op welk taalniveau de boodschap moet worden opgesteld. Het lijkt en helaas ook blijkt, dat het taalniveau van de lezer in de praktijk achteruit holt. Vonden we het vroeger belangrijk dat teksten grammaticaal juist werden geformuleerd en dat de woorden correct gespeld werden; nu vinden hele volksstammen dit onzin. Wanneer je het snapt is het toch voldoende? Waarom een vervoeging met een ‘d’ of een ‘t’? Maar ook het begrijpend lezen is niet meer wat het is geweest.

Je ziet dus verloedering van de taal ontstaan, aangewakkerd door sociale media. Hierop worden haast gedachteloze meningen vaak direct geplaatst, zonder zich te bekommeren over de vorm. Gevolg is dat iedereen het kan lezen en deze taalteloorgang ook ervaart. Het kan tot miscommunicatie leiden. Wat bedoelt de zender precies? Het wordt tegenwoordig hoe langer hoe moeilijker om een boodschap goed aan te laten komen. Tot pakweg tien jaar geleden werden alle min of meer officiële stukken op papier toegestuurd. Communicatiemedewerkers zorgden voor het juiste taalniveau, de boel werd gedateerd en voorzien van de ondertekening van de afzender. Ondertussen kwam e-mailen op. De standaardvorm: adres, aanhef met datering, inleiding, boodschap, vraag of conclusie en ondertekening kon worden losgelaten. Ook minder ogenschijnlijk belangrijke zaken als lettertypen kwamen onder druk. Er zijn lettertypen die op papier prachtig zijn, maar op het scherm moeilijk leesbaar.

De ontvanger kon op een gegeven moment kiezen hoe hij de boodschap wilde krijgen: op papier, via e-mail of inmiddels ook via een digitaal klantenportaal met wel of niet een twee factor authenticatie, afhankelijk van de privacygevoeligheid van het bericht. Vaak werd ondanks de klantkeuze het papier nog als backup gebruikt. Denk aan bijvoorbeeld de blauwe enveloppen van de belastingdienst.

Nu zijn we zover dat bedrijven besluiten compleet af te stappen van papier. Het ETZ in Tilburg kondigde dit aan als één van de eerste. Zeker voor een organisatie waarbij het superbelangrijk is dat de boodschappen heel erg duidelijk moeten zijn is dit een gewaagde stap. Voor sommige klanten van zo’n bedrijf is de digitale vaardigheid zo laag dat ze de boodschap gewoon niet zullen ontvangen. Ik denk aan hoogbejaarden en mensen met een beperking. De digitale wereld is voor deze mensen zeer abstract. Daar zullen digitale mantelzorgers aan te pas moeten komen. De vraag is of die voorhanden is.

De kloof tussen de echte en digitale wereld is zomaar niet gedicht, al is de aangekondigde Apple Vision Pro headset mogelijk wel zo’n apparaat dat die kloof kan dichten. Moet het ding nog wel zo’n 3000 euro goedkoper worden.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen