Nelly Roovers-van der Westen honderd jaar

Foto: Pix4Profs/Jan Stads

Afgelopen zaterdag vierde Nelly Roovers- van der Westen haar 100ste verjaardag. Natuurlijk kreeg de jarige tijdens deze bijzondere dag een felicitatiebezoek van burgemeester Marina Starmans.

Hoe je honderd jaar wordt? Daar heeft Nelly een duidelijke mening over: door actief te blijven. Dat ze nu steeds minder kan, is een doorn in het oog. Maar ze zit iedere morgen op de hometrainer en doet haar oefeningen. Ze kan nog steeds met de handen op de grond. Af en toe loopt ze samen met één van de kinderen een rondje met de rollator door de buurt of naar Europlus. ‘Ik heb altijd gezond geleefd, weinig gedronken en goed gegeten. En vooral altijd ac-tief geweest. Het grootste plezier had ze van het lopen met de hond. Grote rondes door het Blik en de omgeving. Iedere dag. Jammer vindt ze het nog steeds dat ze niet meer kan fietsen. Dat gaf veel vrijheid, want een rijbewijs heeft ze nooit gehaald. Ze was één van de eerste met een elektrische fiets. Het liefst zit ze van vroeg in het voorjaar tot het late najaar in haar tuinstoel in de tuin op het zuiden in het zonnetje. Dat is genieten, ook van de vogeltjes. En ze vindt het fijn als haar kinderen en (achter-)kleinkinderen op bezoek komen.

Nelly is geboren op 11 december 1921 in het dorp Raamsdonk, samen met haar tweeling-broer Jan. De start was moeilijk want in die tijd was de kindersterfte hoog en zeker voor een tweeling was er nauwelijks goede zorg. Toch is het hun ouders gelukt ze door het eerste jaar te krijgen. Haar vader was een schoenfabrikant en haar moeder de dochter van een leerlooier uit Waspik. Haar oom Janus Vloeimans was wethouder in Waspik. Wellicht is ze daarom haar hele leven geïnteresseerd geweest in politiek. Ze houdt het nog steeds bij in de kranten en heeft een duidelijke mening: ‘Mensen moeten goed zijn voor elkaar’. Ze had 4 zussen en 3 broers. Daarvan is alleen haar drie jaar jongere zus Annie (96) nog in leven. ‘Het wordt zo wel wat eenzamer in het leven’, zo vindt ze.

Ze zat in Raamsdonk op de lagere meisjesschool. Ze was een uitstekende leerlinge en vaak de beste van de klas, zoals ze nog vaak trots aanhaalt. Ze werd gevraagd om naar de Kweekschool te gaan in Schijndel maar kon die opleiding niet afmaken vanwege ziekte. Jammer maar ook weer niet zo heel erg vond ze, want als getrouwde vrouw mocht je toch niet werken.

Een leuke anekdote uit haar eerste jaren. De radio werd rond 1925 geïntroduceerd. Nelly weet nog dat een vriendin van haar moeder opgewonden binnen kwam lopen met de mededeling: ‘Cato Cato, (haar moeder) weet je wat ze nu zeggen. Je kunt nu in huis horen wat ze in Parijs op toneel staan te zingen. Waarop haar moeder antwoordde: ‘Mien laat je niet gek maken, dat kan helemaal niet. Laat de mensen maar kletsen’. Maar het was wel waar. Zo kan ze in de 100 jaar die achter haar liggen, terugkijken op veel veranderingen: haar broer overleed in 1933 nog aan TBC – het is nu een te genezen ziekte -, de introductie van de elektriciteit, de auto verscheen op straat, de tv, de computer. Toch is ze van mening dat al die veranderingen die ze heeft meegemaakt in het niet vallen bij de veranderingen die haar kleinkinderen en achterkleinkinderen in hun leven zullen gaan meemaken. De tijd zal het leren. Zelf doet ze met alles nog actief mee: ze verstuurd e-mailtjes via de iPad, gebruikt de mobiele telefoon en af en toe zelfs whatsapp. Tenminste met wat hulp van de kinderen, want een verkeerd knopje is snel ingedrukt en dan gaan er allerlei dingen op zo’n apparaat zomaar met haar aan de haal en moet ze door de kinderen terug op het goede pad gebracht worden.

Veel indruk maakte de Tweede Wereldoorlog op haar. Ze was toen begin twintig. Ze was in de oorlog gaan werken in de winkel bij André van Hilst in Geertruidenberg. De Duitsers lagen in Raamsdonk gelegerd. ‘Het waren vaak gewone jongens en die moeders vonden het ook erg dat de zonen in het leger moesten’. Tijdens de Slag van Raamsdonk eind 1944 moesten ze onder een regen van granaten uit hun huis vluchten. De boerderij naast hen werd in brand geschoten. Ook na de bevrijding was het gevaar niet geweken. Ze bracht het er levend van af toen net na de bevrijding er een granaat vlak achter haar ontplofte bij de noodbrug in Geertruidenberg. In de winkel ontmoette ze Adrie van Strien (van Loon). Ze zijn nu na 75 jaar nog steeds vriendinnen en zagen elkaar tot een tijdje terug wekelijks. Adrie woont in de Volckaert en wordt als het goed gaat volgend ook jaar 100. Heel bijzonder.

In de oorlog ontmoette ze haar man Frans Roovers uit Waspik, de zoon van een garage-houder. Ze zijn in 1949 getrouwd en kregen vijf kinderen: Gijsbert (1950), René (1951), Jeanne (1954), Agnes (1957) en Kees (1960). Alle kinderen zijn in Waspik geboren. Nadat Frans gestopt was met de garage verhuisde het gezin naar Dongen naar de Blakenakker in Plan West 1. Je kon er vanuit het raam nog de polder inkijken. Later werd de straat hernoemd naar Amstelstraat. Ze woont nu al 57 jaar naar tevredenheid in hetzelfde huis. Een mooie tuin en een goed huis. Jammer dat ze de Europaplein-flat een etage te hoog hebben gebouwd. Het was geen vetpot met vijf kinderen die studeerden. Ze is er trots op dat ze alle kleren zelf kon maken. Naaien en mooie kleren maken was haar grote hobby. Haar man werkte bij de RIMI en was bij de brandweer. Hij werd voor zijn vele jaren bij de brandweer samen met Nelly gehuldigd door burgemeester Dosker.

Onrechtvaardig vond Nelly het verschil tussen man en vrouw. Toen ze trouwde in 1949 was de vrouw volgens de wet nog handelingsonbekwaam en een getrouwde vrouw mocht niet werken. In de roerige jaren 70 ontworstelde ook Nelly zich hierin via Vrouwen Oriënteren Zich op de Samenleving (VOS). Ze was al zelfstandig maar werd het nu ook officieel.

Haar man Frans overleed in 1999. Nelly is nu al bijna 22 jaar alleen. Ze bleef betrokken bij de middagen van de brandweer voor ex-brandweerleden. Ze heeft in die tijd veel aangepakt. Het huis werd gedaan en ze was bij veel verenigingen aangesloten: bij de sjoel-club in de Salamander, bij de senioren-bridge in de Cammeleur, kaarten in Europlus of fietsen via de KBO. Ze is er trots op dat ze bij de bridge zelfs als één van de oudste leden nog de beker won in de A-groep. Door de corona en doordat haar bridgepartner Riet overleed, is ze gestopt. Het resultaat telt ook bij het sjoelen. Ook daar won ze de beker. Nu nog is ze op deze leeftijd blij als ze het potje rummicuppen wint. En ze heeft intussen de bibliotheek zowat twee keer uitgelezen.

In de zomer kreeg ze een longontsteking en werd ze ernstig ziek maar door haar goede gestel kwam ze er weer bovenop. Dankzij de kinderen die iedere dag komen en de hulp van zorgverleners woont ze nog zelfstandig in haar eigen huis zonder traplift. Ze vindt het wel minder leuk en het wordt saaier en de dagen duren langer. Ze kan zich daarom wel vinden in de uitspraak: ‘Iedereen wil oud worden, maar niemand wil het zijn’.

Foto’s: Pix4Profs/Jan Stads

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen