Colum Bernadette Klerx: De Verkeersboete

Foto:

In haar column Dagelijkse Dingen schrijft Bernadette Klerx over zaken die we allemaal wel herkennen. Ze neemt ons mee in het leven van alledag, soms met zaken die we koesteren, soms met zaken die ons allemaal een beetje irriteren. Maar telkens weer met die onmiskenbare ‘Oh ja’ ervaring.

De verkeersboete
Ja hoor, daar was ie weer, terug van lang weggeweest. De witte envelop met de zo herkenbare paarse boog… en de letters CJIB, die me hatelijk aanstaren. Maar die letters heb ik nog niet eens nodig. Als ik die paarse boog zie, weet ik al genoeg. ‘Oh nee, wie is nu weer de boosdoener en vooral… hoeveel gaat het me kosten?’, flitst het door me heen.

Sinds ik mijn auto regelmatig deel met andere gezinsleden, komen de boetes op de meest onverwachte momenten. Want heb je voor jezelf nog wel enigszins voor de geest wanneer je de fout in bent gegaan, met meerdere gebruikers van één auto ben je het overzicht totaal kwijt.
De envelop met de paarse boog jaagt me dus de stuipen op het lijf en met schrik maak ik hem open. De melding dat er weer een boete binnengekomen is, brengt mijn mede-autogebruikers meteen in de hoogste staat van paraatheid. Nog voordat ik de rampspoed in volle omvang heb kunnen vertellen, putten ze zich al uit in excuses en zie ik ze in een noodtempo naar een waterdicht alibi zoeken.

‘Ik was het niet, want ik zat toen op school’. ‘Ik ook zeker niet hoor, want….. en dan volgt een verklaring die voor een stevig alibi moet zorgen. Maar naar mijn idee komen de verklaringen soms net een beetje te snel. En ja, soms vertoont het alibi ook de nodige scheurtjes. De laatste boete was € 155: 17 kilometer te hard gereden. Om 04.00 uur ’s nachts in de omgeving van Dorst. Nou, deze keer wist ik zeker dat ik het in ieder geval niet was. Voor de combinatie midden in de nacht, van zaterdag op zondag en ook nog op de verbindingsweg tussen Breda en Dongen, kwam er maar één huisgenoot in aanmerking. Hij wist het zelf ook. ‘Oh, ik vroeg nog aan de rest hoe hard we hier mochten en ze zeiden 70; maar dat was dus 50, concludeert hij met een schuldbewuste blik.

En dan volgt stap twee: nadat eerst uitvoerig verontwaardiging is uitgesproken (‘wat flauw, er was niemand op de weg’), begint het onderhandelen over het te betalen bedrag. En ik voel mee, want als student komt een bedrag van € 155 wel heel erg hard aan. En ja, zelf heb ik ook wat problemen met de verhouding tusen de boete en het ‘misdrijf’. Zijn wij met z’n allen dan toch de melkkoe van het rijk? Voor het rechtvaardigheidsgevoel is het moeilijk te verteren als grote criminelen dankzij een goede advocaat wegkomen met een misdrijf, terwijl je € 140 moet dokken als je je gordel niet om hebt. En € 90 als je vergeet richting aan te geven.Lekker  makkelijk verdiend. Kassa!

Natuurlijk, fout is fout, je weet dat het niet mag ,en je weet ook dat de boetes hoog zijn, maar toch… er blijft iets knagen. En als ik dan in de krant lees, dat politieagenten op hun donder krijgen omdat ze te weinig boetes uitschrijven, geeft dat toch een extra wrange smaak. ‘Zo verliezen we gezag en geloofwaardigheid’ roept de Nationale Politie om het hardst om deze actie te rechtvaardigen.  Nou, ik denk niet alleen gezag en geloofwaardigheid maar vooral ook geld.

Met z’n allen spekken we met onze verkeersovertredingen de staatskas in ieder geval flink. En nu maar hopen dat met die opbrengsten meer gedegen recherchewerk gedaan kan worden, zodat grote (fraude)misdrijven aangepakt kunnen worden. Laten we daar maar in blijven geloven. Zijn mijn regelmatige donaties aan het CJIB toch nog ergens goed voor!

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen