De lezing voor de heemkundekring wordt deze keer verzorgd door Johan Hendriks. Drs. Johan Hendriks (1954), studeerde MO-Geschiedenis (Tilburg) en Archeologie (Amsterdam), was werkzaam aan de lerarenopleiding in Tilburg, als gemeentelijk archeoloog van Dordrecht en als hoofd van het culturele erfgoed in de gemeente Breda.
Hij publiceerde over archeologie en geschiedenis. Tegenwoordig verzorgt hij o.a. cursussen bij Hovo in Tilburg en Nijmegen en reizen naar archeologische locaties in binnen- en buitenland. De oudste vormen van kunst in Europa zijn de ivoren beeldjes uit de Schwäbische Alb (D) van ongeveer 40.000 v.Chr. Pas daarna ontstaat de schilderkunst in grotten in Zuid-Frankrijk en Noord-Spanje. We kennen er zo’n 200 van die allemaal verschillende dieren bevatten, zoals bizon, mammoet, muskusos, oerrund, paard, rendier en wolharige neushoorn).
De vraag is natuurlijk hoe ze dat deden, in die donkere grotten, hoe kwamen ze aan de kleuren, wat stelt het eigenlijk voor en vooral waarom zijn ze gemaakt? Daarover bestaan verschillende theorieën, maar zou met magie te maken kunnen hebben. Waarschijnlijk gaat het niet om jachttaferelen. Het hoe en waarom van deze paleolithische grotschilderkunst is het hoofdthema van deze lezing.
De lezing op maandag 17 juni begint om 20.00 uur in de Cammeleur (zaal1). Leden van de heemkundekring hebben gratis toegang, niet-leden betalen € 2,00.
