'Mijmeringen' is een wekelijkse column van Dongenaar Rinus Krijnen
Regels en wetten
Elk beschaafd land heeft regels voor van alles en nog wat. We hebben ongeschreven en geschreven regels. De ongeschreven regels kunnen we de ziel van de beschaving noemen. Als je die overtreedt kijkt ieder je aan: wat doet die nu? Geschreven regels komen in allerlei vormen voor. Je hebt regels die variëren van lichte adviezen tot strenge wetten. Wil je dat regels worden nageleefd dan zul je ze moeten gaan handhaven. Wellicht niet nodig voor een adviserende regel, maar bij een wet zou je dit zeker moeten doen. Wetten zonder handhaving en represailles bij overtreding voldoen niet en zullen niet worden nageleefd.
Regels komen tot stand omdat er ergens structuur ontbreekt. In veel gevallen bepalen regels waar men zich aan te houden heeft als je iets wilt realiseren. Dat kunnen bouwwerken zijn, maar ook als je een evenement organiseert. Het scala aan regels is enorm. De interpretatie van regels speelt een belangrijke rol. Is het klip en klaar, dan is de discussie over de toepassing van de regels geen probleem. De meest simpele regels zijn dan ook kort, overzichtelijk en vaak ook vanzelfsprekend. Als je een boutenfabrikant bent zul je deze bouten ook in moeren willen draaien die niet door jou zijn gemaakt. Afspraken binnen industrieën zijn dan op deze wijze randvoorwaardelijk en vanzelfsprekend.
Wanneer we ons gaan bezighouden met het opstellen van regels moeten we dus heel goed beseffen welk belang we dienen en hoe we zorgen dat de regels gehandhaafd blijven. Als een wet of regel onder politieke druk is opgelegd door bijvoorbeeld een besluitvormende democratische meerderheid, wil nog niet zeggen dat iedereen het eens is met de regel. Hoe langer hoe vaker worden doorgevoerde regels door een nieuwe regering opnieuw ter discussie gesteld of zelfs teruggedraaid. Dat kan zijn omdat er een andere politieke wind waait, of dat de uitvoering van de regel onmogelijk blijkt. In beide gevallen is er bij het ontwerp van de regel of wet iets misgegaan. Vooraf moet je nadenken over de impact van de maatregel. Wat kost het om de regel te handhaven aan juridische belasting en wat moet je in de uitvoering doen? Kunnen we vooraf al zorgen dat er geen discussie ontstaat waardoor jurisprudentie de regel kan ontkrachten? Kunnen we geen termijn vaststellen tot wanneer de regel geldig is en ook de regel wettelijk tot die datum niet veranderen?
Dit laatste zou de belangrijkste randvoorwaarde moeten zijn voor een wet. Een wet zou een einddatum moeten hebben en in de looptijd niet mogen worden aangepast. Komt de einddatum in beeld, dan moet de wet opnieuw worden voorgelegd aan de bevoegde instanties voor prolongatie. Het kan ook zijn dat de wet dan moet worden aangepast, omdat de omstandigheden zijn gewijzigd. Dan kan een wet met deze amendementen opnieuw voor een volgende termijn worden vastgesteld in mogelijk in een iets gewijzigde vorm. Wordt de wet niet geprolongeerd dan vervalt deze. Men denkt zo wel twee keer na voor een wet wordt ingevoerd.
Er zijn veel voordelen aan dit systeem. Het aantal nieuwe wetten en regels zal aanmerkelijk dalen, omdat zal blijken dat handhaving onmogelijk of veel te kostbaar wordt. Doordat tijdens de looptijd de wet niet veranderd mag worden en je een handhavingsverplichting hebt, brengt het rust en kunnen instanties beleid gaan maken en uitvoeren. Gedurende de looptijd van de wet weet je waar je aan toe bent, zonder telkens politieke druk te voelen dat morgen alles weer kan worden teruggedraaid. En dan zijn we ook af van het modieuze verschijnsel dat de roep om regels wordt aangewakkerd door de waan van de dag. Meestal zijn de regels die door een gebeurtenis worden vastgesteld de eerste regels die kort erop weer sneuvelen. Te duur, niet te handhaven en te ontwrichtend. Heel veel inspanning en kosten en het lost niets op. Doordat we nu op geen enkele manier worden geremd om regels en wetten te bepalen en in te voeren, groeit het woud aan regels en wetten alsmaar. Kijk maar naar het aantal onzinnige en onuitvoerbare moties die er worden voorgelegd. Alleen maar om zogenaamd goede sier te maken naar de kiezer. Dit zijn acties van zowel links als rechts: bolletjesterreur.
De controlerende instanties om nieuwe regelgeving kritisch te beoordelen worden hoe langer hoe meer weggezet als hinderpalen. Denk hierbij aan planbureaus, de Raad van State en de rechtspraak. En dan heb ik het nog niet over de 1e kamer, die inmiddels is uitgegroeid tot een tweede politiek besluitorgaan in plaats van de plek waar de uitvoerbaarheid van wetten zou moeten worden getoetst. Omdat regels door gebrek aan implementatievoorwaarden worden doorgevoerd, spreken de regels elkaar vaak tegen of sluiten ze elkaar uit. Alles loopt vast en juristen blokkeren zo - terecht- alles. En de politieke schuld hiervan ligt dan altijd bij een ander. Gevolg is dat men weer gaat morrelen aan vastgestelde wetten, nog voordat ze zijn ingevoerd. Geen wonder dat we niks voor elkaar krijgen.
Mijn idee is dus om wetten onveranderbaar een bepaalde termijn geldig te laten zijn. Er zou geen wet meer mogen zijn zonder een einddatum. Zo’n wet moet bovendien worden aangekleed met een juridisch kader waaruit blijkt dat de maatregel niet botst met huidige regelgeving. Als laatste moet er een protocol komen -inclusief goedgekeurde financiering- waarmee de handhaving gedurende de looptijd is gegarandeerd. Dan zal het aantal wetten en regels drastisch gaan afnemen of zal blijken dat voorgestelde wetten vaak meer kosten dan opbrengen, waardoor men het wel uit het hoofd laat om ze goed te keuren. Belangrijk is dat onze Haagse politiek bezig zou moeten zijn met morgen en niet met vandaag. En bij morgen denk ik aan vergezichten van meer dan 20 jaar. Maar zolang de kiezer de politiek uitsluitend blijft afrekenen op korte termijnresultaten blijft mijn voorstel helaas een gekoesterde droom.