Met Arne Koeman over voetbal praten is een verademing. Koeman is begonnen aan zijn tweede seizoen in zijn tweede periode bij Olympia’60. Hij heeft er weer erg veel zin in. Al vóór de vakantieperiode was hij begonnen met de trainingen. Hij wil een fitte groep. En een groep die stappen maakt. Steeds maar weer trainen en hameren op verbeteringen. Het streven is om aanvallend en verzorgd voetbal te spelen met veel positiewisselingen en verplaatsingen van de bal. Dit vraag fitheid, discipline en kwaliteit. Constant verbeteren én dan die stijgende lijn vasthouden.
Dat er ook nog eens een paar nieuwe talentvolle jongens zich aanmeldden paste prima in het plaatje. “Je merkt dat die jongens een bepaalde basis hebben waardoor ze met hun extra kwaliteit meteen meerwaarde hebben voor de groep.” Met de nieuwe jongens bedoelt Koeman Koen van Boxtel, Mike Boudewijns, Kjeld Huveneers en keeper Ersin Unal. Over Ersin: “Vanavond na de training vroeg hij even nog wat ballen. Hij wilde nog even doortrainen op het nemen van doeltrappen. Dat maak ik niet vaak mee dat een keeper zo fanatiek is.” Koren op de molen van Koeman die zijn eigen fitheid recent bewees in de Tilburgse Ten Miles. Hij tikte ‘even’ 1:02:33 af om als twaalfde te finishen. Dit gegeven is overigens gegoogled want Koeman loopt hier zelf niet mee te koop.
Over de competitie kan hij nog niet veel zeggen. De start was met een gelijkspel bij Good Luck wel balen. Zeker als je ziet hoeveel kansen er zijn geweest. Maar de stijgende lijn is aanwezig. En dus ook alle vertrouwen. De onderlinge verhouding van de teams moet nog blijken. Opvallend is wel dat Koeman het spelen tegen de zaterdagteams van zondagclubs lastig vindt. Je weet niet wat je van ze kan verwachten. Vaak lopen er een paar hele goede spelers bij die zo’n elftal bepalen. Het spel is onberekenbaar en voor ons dan soms lastig te bespelen. Maar Koeman kijkt niet graag naar andere teams. “We moeten uitgaan van eigen kracht en zien of dat goed genoeg is”.
De uitdaging is nu om te zien of de geleverde inspanning en de aanwezige kwaliteit inderdaad goed genoeg is om uit deze klasse te promoveren. “Hoewel we er dicht bij zaten, hebben we moeten concluderen dat we vorig jaar dus niet goed genoeg waren. Aan het einde van de (na)competitie hadden we een te smalle basis. Gelukkig zijn we in de breedte sterker geworden.” Arne is content me het feit dat zijn ex-speler Arno Kuppens nu het tweede team traint. “Ook daar begint de basis. We zullen elkaar allemaal hard nodig hebben om er een succesvol seizoen van te maken.”
