Na het beklimmen van de Kilimanjaro (5895 mtr.) in Tanzania in 2009 en de Aconcagua (6962 mtr.) in Argentinië (6962 mtr.) in 2011 is Dongenaar Bart van Kerkhof toe aan de volgende uitdaging. Van 10 tot 18 juli gaat hij, samen met 6 expeditiegenoten proberen de toppen te bereiken van de hoogste bergen van Italië (Gran Paradiso, 4062 mtr.) en Frankrijk (Mont Blanc, 4810 mtr.) In deze weblog houdt hij zijn ervaringen bij.
15 en 16 juli
Het is erg stil bij het ontbijt deze maandagochtend. Ieder van ons lijkt in gedachten verzonken bij wat komen gaat. Maandenlang hebben we er naartoe geleefd en gewerkt en nu moet het daadwerkelijk gaan gebeuren. Na de laatste check van de materialen rijden we de auto naar La Fayet op 560 meter hoogte waar we in een treintje stappen dat ons in anderhalf uur naar Nid d ‘Aigle op 2380 meter hoogte brengt. Een prachtige rit met mooie uitzichten. Van daaruit zullen we het zelf moeten doen. We wandelen in twee uur door sneeuw en rotspartijtjes naar de hut Tete Rousse (3167 mtr.), onze basis voor de Mont Blanc beklimming. Ons slaapvertrek is zeker ‘knus’ te noemen. We liggen in een soort van groepsstapelbed met vijven naast elkaar en nog vijf op de verdieping erboven. We proberen meteen maar wat slaap te pakken want het vertrek staat gepland voor vannacht twee uur en we moeten natuurlijk goed uitgerust aan de start staan.
Het uitzicht vanaf de hut is adembenemend. Grote ijsformaties van tientallen meters hoog die eruit zien alsof ze ieder moment naar beneden kunnen komen, ijspleten van meters breed, ruwe rotsformatie en op de achtergrond het geluid van enorme vallende rotsblokken en stenen. Niet de meest vriendelijke omgeving maar wel waanzinnig mooi. Na een voedzaam diner kruipen we om 20.00 uur ons bed in om zo goed en zo kwaad als het kan nog wat te rusten voor de wekker om 1.00 uur gaat. Na het ontbijt om 1.30 uur maken we ons klaar voor vertrek en wensen we elkaar succes voor de beklimming. We zijn in vier touwgroepen verdeeld, drie groepjes van twee met ieder een gids en ikzelf heb de eer om alleen met hoofdgids Gui aan de uitdaging te beginnen. Het weer is prachtig, het is helder en zeker niet koud. In het donker beginnen we aan de tocht naar boven waarbij onze nachtlampjes ervoor zorgen dat we zien waar we onze volgende stap kunnen zetten. Na een kwartiertje komen we bij de zogenaamde Grand Couloir, een angstaanjagend stukje in de route waar de stenen vrij spel hebben om op de klimmers te vallen. Het is een stukje van slechts een metertje of tachtig maar het is bijzonder eng om te weten dat je ieder moment verrast kan worden door vallende gesteente waarbij rotsblokken zo groot als karrewielen vrolijk meedoen. Gelukkig hebben de gidsen veel ervaring. Zij houden oren en ogen goed open en loodsen ieder van ons veilig door dit stukje van de route.
Daarna begint het echte, pure klimwerk. Gedurende twee uur klauteren we van de ene steen naar de andere, af en toe is er een staalkabel bevestigd waar je je aan kan vasthouden. Het is dodelijk vermoeiend en ik verlies al liters zweet tijdens deze klim van 650 meter. Eenmaal aangekomen bij de sneeuw gaan de stijgijzers onder en wordt het lopen een stuk gemakkelijker. “Nu gaan we naar de tweede verdieping van de vier”, aldus Gui, die wijst naar een bergtop in de verte. Ik laat me niet ontmoedigen en langzaamaan vinden we ons ritme. Steile stukken wisselen af met wat minder steile en met het topmoment van straks in gedachten gaan we gestaag door. Koud is het zeker niet en de lucht is kraakhelder, de omstandigheden zijn dus ideaal. De tweede verdieping hebben we na anderhalf uur bereikt. Het blijkt de Dome de Goutier op 4304 meter, een echte Alpentop die ook weer op onze cv kan. Na deze tweede verdieping rusten we een kwartiertje, we drinken wat warme thee en eten wat en dat geeft weer voldoende energie om aan de derde te beginnen. Het is inmiddels licht en het uitzicht is prachtig maar het nadeel is dat we ook precies zien hoeveel we nog moeten klimmen voor we op de top zijn. Maar goed, we weten waar we aan begonnen zijn en wat het doel is…gewoon maar doorstampen dus en even niet denken aan de pintjes die her en der komen opzetten. Gedurende anderhalf uur lopen we op een smalle graat via verdieping drie en de Valot hut naar de laatste graat die ons naar de top moet brengen. Het lijkt nog een half uurtje maar het kost ons toch nog weer anderhalf uur klimmen voor we eindelijk ons doel bereikt hebben. Wow, we staan op de top van de Mont Blanc!
t9sz12kya9vv2z2sb9mrkv9x6
Natuurlijk nemen we uitgebreid de tijd voor het nemen van foto’s en het genieten van het geweldige uitzicht. Alles wat we zien ligt lager dan het punt waar wij staan…wat een gevoel. We kijken uit over de Alpen en zien alle bekende bergtoppen vanuit een bijzondere positie. Waanzinnig! Na een half uurtje moeten we helaas weer naar beneden. Dat gaat prima, afdalen in de sneeuw is een feest. De euforie wordt wel enigszins getemperd door het laatste stuk afdaling als we die rotspartij die we in het begin beklommen hebben weer af moeten. De vermoeidheid slaat toe en het afdalen gaat een stuk moeizamer. Na een aantal uurtjes ploeteren en een spannende oversteek van het couloir (regelmatig galmt waarschuwend het woord “STONE” door het gebied en suizen er weer een aantal exemplaren over de berg) arriveren we om kwart over twee ’s midddags bij de hut. Helemaal kapot en hartstikke op. Een paar uurtjes rust doet ons goed en we genieten later samen na van onze bijzondere prestatie. Na het diner gaat om 21.00 uur het licht uit.
Woensdag 17 juli
De laatste dag! Om 8.00 uur beginnen we aan onze wandeling terug naar Nid d’Aigle waar we in de trein stappen naar beneden. Dan weer een stukje met de auto naar ons Chalet in Chamonix, waar we genieten van een heerlijke douche. Tijdens een officieel moment worden de certificaten uitgereikt als bewijs van onze geslaagde toppoging. Tijd om het te vieren. Dat doen we samen met een lunch in Chamonis met natuurlijk een paar welverdiende biertjes. We hebben het gehaald en genoten vaan een prachtige week tussen de hoogste Alpen. Dat smaakt naar meer…………
14 juli: rust
Vandaag komen we bij van de inspanningen van de afgelopen dagen maar echt een luie dag is het nu ook weer niet want er staat in de morgen nog een rotsklimtraining op het programma op een prachtige rotswand in Chamonix. Met een tikje spierpijn vertrekken we na het ontbijt naar de wand en na wat eerste onwennige beklimmingen krijgen we er steeds meer schik in. Na twee uurtjes klimmen durven we allemaal in meer of mindere mate af te dalen met het gezicht van de wand af en dat geeft de gids voldoende vertrouwen voor de beklimming van dinsdag. We hebben een vrije middag verdiend die we besteden aan een lunch in de stad en luieren in de tuin van het chalet. Verder worden de rugzakken alvast ingepakt voor morgen. Dan gaan we naar de Tete Rousse hut en van daaruit gaan we dinsdag proberen de Mont Blanc te beklimmen. Ik begin al een beetje de kriebels te krijgen. Spannend.....
Aangezien er de komende twee dagen geen verbinding mogelijk is zal het volgende deel van dit weblog pas woensdag in de loop van de middag of avond verschijnen.
13 juli: En dat is één!
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: we hebben vrijdagochtend om 8.15 uur met het hele team de top bereikt van de Gran Paradiso. Inmiddels zijn we weer terug in ons chalet in Chamonix waar we ons nu geestelijk gaan voorbereiden op de beklimming van de Mont Blanc. Een mooi moment om eens terug te kijken op de afgelopen twee dagen. Vrijdag vertrokken we rond 10.00 uur vanuit Chamonix door de Mont Blanc tunnel naar Italië waar we de auto parkeerden in Gran Paradiso parc national. Van daaruit volgende een pittige wandeling van ruim twee uur met een stijging van 800 meter naar de berghut Vittorio Emmanuel op 2735 meter. Deze berghut biedt plaats aan zo'n 150 gasten die in slaapruimtes van 9 personen de nacht doorbrengen. De entourage is werkelijk prachtig, midden tussen de besneeuwde alpentoppen. Een bergmeertje met ijskoud water zorgt nadat we aangekomen zijn voor wat verkoeling voor de voeten en de kuit, die zich nog steeds redelijk houdt. Het si een drukte van jewelste in en om de hut met veel klimmers die terugkomen van een dagje klimmen of die, net als wij, uit het dal komen met plannen om dat ook te gaan doen. Overnachting in zo'n hut is inclusief diner, waarbij pasta natuurlijk het meest voor de hand liggende voedsel is om al die verloren energie van de gasten weer op peil te brengen. Na het diner zoeken we langzaam onze bedden op want we moeten zaterdag om 3.30 uur aan het ontbijt zitten. De bedoeling is dat we om vier uur beginnen aan de beklimming van de Gran Paradiso.
m5wg2pes666p45h373jon70b1
Om half vier zit het hele team keurig aan het ontbijt, wat bestaat uit boterhammen van een dag of vijf oud met wat jam en natuurlijk thee of koffie. Met een gevulde maag verdwijnen we voorzien van hoofdlampjes in de donkere nacht. De temperatuur is erg aangenaam, het is een graad of vijf en we zijn dan ook niet extreem dik ingepakt. Het begin van de route is lastig, want we moeten langs en over rotsblokken van het formaat auto end at valt in het donker niet mee. Als we deze hindernis eenmaal gepasseerd zijn wordt het wat gemakkelijker maar we komen dan al snel de eerste sneeuw tegen. Een half uurtje later lopen we constant in de sneeuw en binden we de stijgijzers onder. Dat loopt een stuk eenvoudiger want de grip in de sneeuw en het ijs is dan een stuk beter. Gedurende twee uur lopen we door de sneeuw omhoog in een vrij stevig tempo voordat we een welverdiende pauze houden. Inmiddels is het dan al licht en kunnen we genieten van de prachtige omgeving waarin we lopen. Het is wel ontzettend zwaar want de beklimming wordt steeds steiler en naarmate we hoger komen gaat het harder waaien en wordt het ook kouder. Rond 7.00 uur geeft Gui, onze gids, het sein dat we wat extra kleding aan moeten trekken en gaan we meteen in touwgroepen van vier personen lopen. Het laatste stuk is erg steil en dodelijk vermoeiend. We zijn dan ook erg blij dat we rond kwart over acht de top bereiken op 4071 meter. We krijgen deze echter niet zomaar op onze lijst want om bij het mariabeeld te komen wat op de top staat moeten we een paar hele nauwe richeltjes over. Niet naar beneden kijken want dan kijk je zo'n 700 meter de diepte in.....slik........ onder leiding van onze gidsen brengen we het er zonder kleerscheuren af maar spannend is het wel! Gelukkig zijn we bijna als eersten boven vandaag want later blijkt dat er een lange file ontstaat van klimmers die na ons komen en ook graag op de echte top bij het mariabeeld willen staan. we kunnen dus ook op tijd weer terug naar beneden en dat is wel handig want hoe lager we komen, hoe warmer het wordt en door papsneeuw is het niet prettig lopen.
q0hgy7pqei09ido318dfixsf4
Dalen is toch al niet mijn meest favoriete bezigheid want het is een behoorlijke aanslag op de knieën en de tenen en dat voel je echt wel als je 1300 meter omlaag moet. Om 11.30 uur zijn we weer terug in de hut, met knikkende knieën en aardig vermoeid. Gelukkig krijgen we een uurtje om op te knappen (met weer een bord pasta) voordat we weer verder naar beneden gaan want vandaag gaan we gewoon weer naar het chalet in Chamonix en we moeten dus naar onze auto's lopen die nog 900 meter lager staan. Als we deze in zo'n anderhalf uur hebben gelopen hebben we het helemaal gehad voor vandaag, we zijn nog niet op het parkeerterein of de schoenen gaan uit en we stappen als helden op sokken in de auto's. In chamonix rusten we uit, eten we nog een pasta en bekijken we 's avonds in hetdorp nog even de finale van het Europees kampioenschap wandklimmen. We kunnen nog heel wat leren....
qpnqz2knh3qwgd9so11gjnozm
Morgen een rustdag met alleen wat rotsklimtraining. Maandag vertekken we dan naar de hut van waaruit we de Mont Blanc gaan proberen te veroveren. Wordt vervolgd!
Voor meer foto's
11 juli: Het begin is gemaakt
Genietend van een biertje in het chalet waar onze expeditie verblijft kijk ik tevreden terug op de afgelopen twee dagen. Gisteravond hier afgeleverd door Marie-Louise en de kinderen nadat we eerst even door het dorp Chamonix hebben gestruind. Het weerzien met de overige expeditieleden was weer aangenaam. Het was inmiddels zo'n drie maanden geleden dat we samen een gezellig voorbereidingsweekend beleefden in de Ardennen en de sfeer is ook nu meteen weer prima. Even bijpraten onder het genot van een voedzame maaltijd vergezeld van de nodige wijn. Wat later op de avond kom ik naast een Belg te zitten die erg vol zit van zijn eigen avonturen in de Alpen. Er rest me een tijdlang niets anders dan zijn monoloog aan te horen waarbij hij tot overmaat van ramp ook nog eens iedere keer de landkaart hanteert om uitgebreid uit te leggen waar ie die avonturen allemaal beleefd heeft. Ik probeer uit alle macht om het gespreksonderwerp te veranderen naar bv. voetbal maar dat gaat er bij hem niet zo in. Gelukkig springen mijn teamgenoten bij met een biertje en sluiten we de dag nog gezellig af.
Vandaag om 7.00 uur opgestaan en na alle 'complimenten' van mijn teamgenoten over mijn snurkvolume in ontvangst genomen te hebben maken we na het ontbijt kennis met onze gidsen Guy en Titou. Guy is een wat oudere, ervaren man die ons veel vertrouwen geeft in deze expeditie. Hij lijkt streng maar een regelmatige knipoog verraadt dat hij er zelf ook wel schik in heeft. Titou is een jonge gids waar we het op het eerste gezicht ook wel goed mee zullen gaan vinden. we halen de gehuurde spullen (stijgijzervaste schoenen, klimgordel, helm, stijgijzers enz.) op en vertrekken met het tandradtreintje naar Mer de Glace. Daar aangekomen gaan we via een aantal ladders die aan de steile rotswand gemonteerd zijn, met af en toe een stukje traverseren van de ene naar de andere ladder (niet naar beneden kijken!) een paar honderd meter naar beneden waar we de gletsjer op lopen. Het eerste stuk eigenlijk alleen maar een laag puin en rotsen die op het ijs ligt maar geleidelijk aan wordt het ijs schoner en kunnen de stijgijzers aan. Gedurende een paar uur worden we uitgebreid getest bij allerlei steile en minder steile stukken en als toetje mogen we abseilen in een gletsjerspleet waarna we weer zelf omhoog moeten zien te komen door tegen de steile ijswand op te klimmen. Fantastisch!
v8cthfbxava86j9t9b4e3gll8
De pittige dag eindigt met het teruglopen over de gletsjer en het beklimmen van de paar honderd traptreden tegen de steile wand naar boven.. het treintje brengt ons weer terug naar Chamonix waar we heerlijk relaxen in de tuin van het chalet. De kuit heeft de dag redelijk goed doorstaan. Wel gevoelig maar de pijn is goed te dragen. Morgen gaan we beginnen met de klim naar de hoogste berg van Italie, de Gran Paradiso van ruim 4000 meter hoog, die we op zaterdagochtend hopen te bereiken. Wordt vervolgd!
Voor meer foto's
9 juli: It giet aon
De beslissing is genomen: ik ga het toch proberen! Woensdagavond sluit ik me aan bij de andere expeditieleden en dan zal de eerste dagen tijdens de pittige voorbereidingen wel blijken of het haalbaar is om de Mont-Blanc op te gaan. Vanochtend een aardig stukje gewandeld, uurtje bergop en half uurtje bergaf en het ging redelijk goed. Het lijkt er vreemd genoeg zelfs op dat ik nog de meeste moeite heb met de vlakke passages. Van de organisatie waar ik de expeditie geboekt heb, kreeg ik vandaag te horen dat uitstel of inschuiven in een latere expeditie niet mogelijk is, het is dus sowieso nu of nooit. In de wetenschap dat ik mijn eigen grenzen ken en op tijd zal onderkennen of het wel of niet reëel is om door te gaan vertrek ik morgenavond naar Chamonix, de basis voor de expeditie. Het blijft een vreemd gevoel dat je een week geleden helemaal klaar was voor de strijd en nu, door alle ontwikkelingen net voor het moment suprème vol zit met twijfels. Spannend.....
8 juli: Tussen hoop en vrees
Normaal gesproken gebruik je de laatste week voor zo'n expeditie om op je gemak de laatste voorbereidingen te treffen. Een laatste materiaalcheck, spullen inpakken, zorgen dat alles afgewerkt is wat nog geregeld moest worden en vertrekken maar. Dat leek ook deze keer weer het geval te worden...helaas met de nadruk op het woord 'leek'. Afgelopen vrijdag werd ik namelijk uit het niets getroffen door een klassieke 'zweepslag'. Een 'tik' op de kuit en daarna een ontzettend pijnlijk gevoel dat bij iedere stap pijnlijker leek te worden. Je kunt eigenlijk geen normale stap meer zetten en beseft dat je zo je mooie plannetjes om de hoogste berg van West-Europa te beklimmen wel kunt vergeten. De woorden die je dan te binnen schieten zal ik jullie onthouden, reken er maar op dat het niet de meest fraaie termen zijn die dan voorbijkomen. Je ziet je voorbereidingen, de voorpret en alles wat je in het teken van de expeditie hebt geplaatst in één klap als sneeuw voor de zon verdwijnen.
Als de arts dan ook nog bevestigt dat het inderdaad een zweepslag is en daarbij zegt dat je rekening moet houden met een herstelperiode van 3 tot 8 weken, dan zakt de grond je onder de voeten weg. Met de bemoedigende woorden "de kans lijkt mij wel heel erg klein dat u volgende week in de Alpen gaat wandelen", nemen we vertwijfeld afscheid van de arts en begint het verwerken van de situatie.... Je begint te denken: de arts zei 'de kans is heel erg klein', maar ze zei niet dat het definitief onmogelijk is geworden. Er is dus hoop! Deze vervliegt echter steeds meer bij elke pijnlijke stap die ik zet. Toch maar gewoon 'vrolijk' de auto laden want zondagochtend om 6 uur rijden we naar Frankrijk. Inmiddels zijn alle scenarios de revue gepasseerd maar een ding is zeker, we laten onze vakantie er niet door verpesten. We rijden dus gewoon naar Les Arcs 1800, op een uurtje rijden van Chamonix, en gaan daar genieten van een welverdiende vakantie, met of zonder beklimming.
Zondag 7 juli
De pijn is zondag bij het opstaan al een klein beetje minder en dat geeft meteen een sprankje hoop...zou het dan toch...? Inmiddels zijn de expeditiegenoten op de hoogte gebracht van de situatie en zij leven allemaal erg mee, ze hopen net als mij op een wonder.
Na een lange maar toch niet vervelende rit van 12 uur komen we aan in ons appartementencomplex, waarbij we deze week een last-minute appartement geboekt hebben. We zijn aangenaam verrast. Wat een luxe, 2 badkamers, een balkon van 100 vierkante meter en vanaf het complex uitzicht op de Mont-Blanc en de Gran Paradiso. Wat wil je nog meer? Met het idee dat de pijn deze dag niet erger geworden is en er zelfs al wat 'normale' stappen gezet kunnen worden wordt de hoop op een wondertje steeds groter.
n0a0k3ketjdjw5tup81mtd4zs
Maandag 8 juli
Na het opstaan naar de bakker gelopen met kleine pasjes en het herstel lijkt zich door te zetten. De pijn is er nog maar is al draaglijk. Wellicht tegen beter weten in maar ik zie mezelf toch al een poging wagen. Toch maar even gebeld met Mountain network, het bedrijf wat de expeditie verzorgt. ik vraag of er eventueel een mogelijkheid is bij een latere expeditie in augustus of september in te schuiven. Dat blijkt lastig en zou in ieder geval aardig wat consequenties hebben op financieel gebied. Jammer, want dat zou wellicht de beste oplossing zijn.
De rest van de dag voorzichtig wat rondgelopen waarbij er zich soms bij een wat onverwachte beweging toch weer een heftige pijnscheut aandient maar over het algemeen lijkt het herstel zich door te zetten. Waarschijnlijk lang niet snel genoeg maar het is in ieder geval een laatste strohalm. De eerste foto met de Mont Blanc is in ieder geval gemaakt. Helaas nog wel heel erg ver van de top maar wie weet wat er nog volgt. Gewoon maar weer even afwachten hoe het dinsdag zal zijn. Leven tussen hoop en vrees.......ik vind het helemaal niks.