‘Mijmeringen’ is een wekelijkse column van Dongenaar Rinus Krijnen
Katten
Ik ben een kattenmens. En mijn vrouw gelukkig ook en nog een graadje erger zelfs. In mijn ouderlijk huis hadden we geen beesten. Er zijn wel eens pogingen gewaagd, maar huisdieren waren zo weer weg. Dat lag vooral aan mijn moeder. Die had het er niet zo op. Ze hadden allemaal veel haar, een roepert en een poepert en daar zat ma
niet op te wachten, naast vier kinderen en een man. Als het aan pa had gelegen was het mogelijk wel anders geweest. Ik denk dat het gen om dieren te houden ook meer
van hem afkomstig is. Vandaar dat al mijn zussen en broer huisdieren houden of hebben gehouden.
De meeste huisdierenliefhebbers zijn onder te verdelen in honden- en kattenmensen. En uiteraard ook mensen die beide diersoorten liefhebben. Ik denk eigenlijk dat ik
ook tot de laatste soort behoor, alhoewel ik/we nooit geen hond hebben gehad. Omdat we altijd weg waren was een hond ook niet zo praktisch en bovendien is het voor het beest niet fijn als hij of zij veel alleen is. Met een hond heb je bovendien ook best veel werk. Zo moet je het beest een paar keer per dag uitlaten, wat op zich ook
goed is voor het baasje, maar wel veel tijd kost. Een jonge hond moet naar puppycursus en moet zindelijk gemaakt worden. Daar moet je ook discipline, tijd en doorzettingsvermogen voor hebben. Daarnaast moet je een verblijf organiseren voor het dier als je bijvoorbeeld op vakantie gaat. Ook weer gedoe.
Bij een kat is dat anders. Katten leven meer in hun eigen wereld en zijn zeker zo gehecht aan hun omgeving als aan hun baasjes. Die doe je geen plezier om ze onder te brengen in een pension als je op vakantie gaat. Die blijven liever alleen thuis al zullen ze de baasjes wel missen. Bij ons komen de buren of vrienden de katten eten en drinken geven en verschonen ze de bak. Dat gaat eigenlijk altijd goed. Maar elke kat is verschillend qua karakter. Zo hebben we katten gehad die als we terugkwamen van vakantie ons chagrijnig aankeken, naar buiten gingen en een paar dagen wegbleven. Even laten voelen dat gewoontes doorbreken geen goed idee is. En de één is een schootkat, de ander kun je kunstjes leren. Andere katten gaan pal naast je zitten en weer andere blijven meer op afstand. Ook qua temperament verschillen de dieren fors. Ook onderling gaat het bij sommige dieren fantastisch en bij andere wordt er naar elkaar geblazen of houdt men afstand. Wat dat betreft zijn het net mensen.
We hebben altijd meerdere katten tegelijkertijd gehad. En liefst ook van verschillende leeftijden. Dan leerden de jonge beesten van de oude en zo werden de meeste regels geruisloos doorgegeven. Net zo gemakkelijk. Je voorkomt dan ook dat je op een gegeven moment zonder huisdieren komt te zitten in een leeg huis. Wij hebben geen kinderen en ook nooit gehad, dus onze huisdieren moesten dat hele sociale stelsel compenseren. Maar op een gegeven moment overleef je dus je dier. Een kat kan wel 20 jaar oud worden als hij gezond blijft. De meeste dieren worden echter niet ouder dan ongeveer 15-18 jaar. Hoewel we erg van de beesten houden, als we merken dat de kwaliteit van het leven van het dier een te zware opgave wordt, verlossen we ze uit hun lijden. Dat is slikken, maar gelukkig kun je bij dieren nog redelijk eenvoudig deze keuze maken, al heb je er veel verdriet van als je zo’n beslissing moet nemen.
Onze oudste kat is nu bijna 16 jaar oud. Hij was altijd zeer lenig, snel, hanig en veel buiten. Hij was ook de vaste muizenvanger bij het aannemersbedrijf schuin achter
ons huis. Die had hem schertsend op de loonlijst staan. Maar van die souplesse is weinig meer over. Nog steeds is hij graag buiten, maar vooral om in de zon te liggen
slapen. Ver weg gaat hij ook niet meer. Maar het gaat hem nog goed af en hij laat zich nog steeds gelden als hij dat nodig vindt. Omdat de andere katten ook 10-plussers zijn, is het tijd voor nieuw bloed. Over een kleine twee weken krijgen we een kitten: Lou Lou. Ze komt uit een nestje van vijf bijna exact dezelfde grijsblauwe Britse kortharige broertjes en zusje. We hebben ze al een paar keer mogen ontmoeten. Speels en levendig zal ze zich moeten mengen in het bejaarde gezelschap van de overige katten. Het is afwachten hoe die zullen reageren op deze jonge druktemaker. Ik kijk er al naar uit.
