Waarom kent de gemiddelde Nederlander meer dat vier stamppotten en wordt er in de winter erwtensoep gegeten? Waarom houden Nederlanders van zoute haring en zoute drop, terwijl men in het buitenland daarvan gruwelt? Waarom gaan er op verschillende plaatsen in Brabant op 6 januari driekoningenzangertjes langs de deur? Het heeft allemaal te maken met onze culinaire geschiedenis.
Onze culinaire geschiedenis heeft alles te maken met wat er voor handen was, op welke manier men het goed kon houden en welke methoden men had om het te bereiden. Op een open vuur kook je namelijk heel anders dan op het fornuis dat in de negentiende eeuw zijn intrede deed. Veel van het voedsel dat wij gewoon zijn te eten, heeft een historisch verhaal: onze boterham met kaas, de beschuit met muisjes, friet met mayonaise, een Brabants worstenbroodje, een kopje koffie met een koekje. Al die verhalen ga ik u vertellen in mijn lezing over culinair erfgoed.
Heemkundekring Dongen heeft Ineke Strouken uitgenodigd voor de lezing. Ineke was 32 jaar directeur van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur, later Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland. Via boeken, artikelen en radio-uitzendingen vertelt ze over de (historische) achtergronden van onze tradities. De lezing begint om 20.00 uur in de Cammeleur. Entree voor leden gratis, voor niet-leden € 2,=.
