Raad Dongen kent veel vervangers voor zieke raadsleden
Berry van Rosmalen (D66) en Koenraad van Eersel (CDA) blijven nog een tijdje langer in de raad zitten.
De raadsleden die zij vervangen, Gitta Glerum (D66) en Jacques van der Aa (CDA), zijn nog onvoldoende hersteld van ziekte. Gisteren werden beide heren opnieuw benoemd en beëdigd voor een periode van 16 weken. Van Eersel en Van Rosmalen zijn niet de enige ‘vervangers’ in de gemeenteraad in de afgelopen raadsperiode. Sinds het aantreden van de gemeenteraad in 2022 zijn 5 raadsleden voor kortere (16 weken) of langere tijd (48 weken) vervangen door partijgenoten.
Door: Bernadette Klerx
De Volkspartij Dongen moest in totaal voor 3 periodes van 16 weken vervanging regelen. Het CDA moest 4 keer vervanging inzetten voor zieke fractiegenoten. En D66 kampte in deze zittingsperiode het vaakst met langdurige afwezigheid/ziekte en moest naar liefst 6 keer voor een periode van 16 weken een beroep doen op een vervanger.
Bij ziekte of zwangerschap van raadsleden mogen partijen een vervanger aanwijzen. Dat hoeft overigens niet per se; vervanging regelen is een recht, geen plicht. Maar als een partij geen vervanger aanstelt, betekent dat wel dat er 16 weken of nog langer één zetel onbezet blijft en dat die partij het ook met een stem minder moet doen als er besluiten genomen worden. En dat willen de meeste partijen niet.
Het raadslid dat ziek is of met zwangerschapsverlof gaat, moet wel ‘tijdelijk ontslag’ nemen, anders mag er geen vervanger aangesteld worden. Als het zieke raadslid na die 16 weken nog niet hersteld is, moet hij opnieuw ‘tijdelijk ontslag’ vragen en wordt de vervanger opnieuw benoemd en beëdigd. Dat ‘tijdelijk ontslag’ betekent overigens gewoon een ziekmelding, net zoals in het bedrijfsleven. Het zieke raadslid krijgt gewoon de vergoeding doorbetaald plus de helft van de onkostenvergoeding; de vervanger krijgt de volledige vergoeding en onkostenvergoeding.
De ziekmelding en vervanging gelden steeds voor een periode van 16 weken; dat is wettelijk zo geregeld. Raadsleden mogen zich 3 x 16 weken in een zittingsperiode van 4 jaar ziek melden. Als ze dan nog niet beter zijn, moeten ze hun zetel definitief opgeven.
