'Mijmeringen' is een wekelijkse column van Dongenaar Rinus Krijnen
Zorgvraag
Het grootste probleem als je ouder wordt is dat als er iets verandert in je situatie, je omgeving niet zomaar mee kan bewegen. De veranderingen kunnen zijn dat de gezondheid plotseling achteruitgaat, iemand een geliefde verliest, of mensen uit beeld verdwijnen waarvan de oudere afhankelijk is. Stoer roept bijna iedere oudere dat ze alles wel aankunnen en zeker op zichzelf willen blijven wonen. Op dat moment is alles nog goed. De rechtse wind die door ons land waait staat bijna applaudisserend aan de kant met deze uitspraken. Deze houding komt ze wel heel goed uit, want hierdoor hoef je namelijk niets te doen en kun je het uitgespaarde geld besteden aan het verder uithollen van nutsbedrijven of ontwikkelen van geldverslindende oorlogsindustrie. Gevolg is dat verzorgingstehuizen zowat verdwenen zijn en als ze er nog zijn, zijn het voornamelijk particuliere instellingen die voor Jan-met-de-pet onbetaalbaar zijn. In combinatie met het oproepen tot participatie van de naaste omgeving en de wil van de oudere om zolang mogelijk zelfstandig te blijven wonen, wordt de ouderenzorg uitgehold.
Want eens komt de dag dat de stoere praat verstomt. Dat de oudere plots niet goed meer voor zichzelf kan zorgen en afhankelijk wordt van professionele zorg of van zijn omgeving. Als de oudere geluk heeft zijn er mensen in zijn of haar buurt, die inspringen op de situatie en direct gaan zorgen. Maar als dat niet zo is? Als de oudere eenzaam is, geen sociaal netwerk heeft en de weg naar hulp niet weet te vinden. Wat dan?. In het ergste geval overleeft de oudere het niet en wordt hij of zij soms maanden na het overlijden pas gevonden in zijn of haar woning. De buurt en familie voelen zich dan vaak schuldig omdat ze niets in de gaten hadden. Maar onze levens verlopen hectisch en als de oudere niet zelf actief lijntjes heeft uitgezet naar de buitenwereld met noodknoppen of social media, kunnen mensen simpelweg vergeten worden. Zeker als alle betalingen via directe incasso’s plaatsvinden, ontstaat er pas actie als er geen geld meer kan worden geïncasseerd. Erg triest.
Bij een oudere waarbij bijvoorbeeld de gezondheidssituatie -plotseling -definitief achteruit gaat, zal snel zorg ingeschakeld moeten worden. Heel vaak hebben ouderen een hulp in de huishouding via de WMO, maar die komt slechts een paar uur per week helpen en de inzet blijft beperkt tot strikt huishoudelijke taken. Voor persoonlijke verzorging aan huis moet een extramurale zorginstelling worden ingeschakeld. Dat kan de oudere zelf aanvragen, maar vaak zal ook de omgeving hierbij moeten helpen in de doolhof van de bureaucratie. En afhankelijk van de zorgvraag wordt de zorg dan afgestemd. Bij iemand die absoluut immobiel is betekent het dat zorgmedewerkers twee tot drie keer per dag langskomen, naast de mantelzorg die de omgeving verleent. De mantelzorgers in de omgeving zorgen voor boodschappen, de was, de vaat, het voedsel voor de oudere en de administratie. Als deze kring van mantelzorgers maar groot genoeg is en de onderlinge communicatie perfect, kan dit nog wel even zo doorgaan. Maar als de groep mantelzorgers erg beperkt is, wordt de belasting op deze mantelzorgers uiteindelijk teveel. Dat kan niet heel lang duren.
De zorginstellingen werken met leefcoaches, die de processen rondom hun cliënten – of zijn het patiënten- in de gaten houden. Als de situatie niet verandert of alleen maar slechter gaat worden komt langdurige zorg in beeld, de WLZ. Dat betekent dat iemand wordt opgenomen in een verpleegtehuis of thuis volledig wordt verzorgd. Hieraan gaat een indicatietraject vooraf. Als de uitkomst is dat de situatie zeker niet meer gaat verbeteren en dit wordt bevestigd door de indicatiesteller en de adviserende arts van het CIZ, dat de indicatiestelling doet, dan kan het zorgaanbod veel hoger worden. De kosten stijgen dan overigens ook explosief hiermee voor de oudere. Je moet echter wel weer geduld hebben. Niet alleen de zorginstellingen hebben grote tekorten aan personeel, ook het medische onderdeel van het CIZ blijkt hiermee te kampen. Bij het indicatiestellingsgesprek spreekt men over enkele weken doorlooptijd voordat er een besluit gaat vallen. In de praktijk blijkt dit enkele maanden te zijn. Alleen al om een machtiging te verstrekken om medische gegevens tussen de huisarts en de medische adviseur uit te wisselen gaat al enkele weken overheen. Veel te optimistisch worden deze processen qua doorlooptijd beoordeeld. Alles duurt veel langer dan de situatie eigenlijk toestaat.
In mijn ogen is dit een voorbeeld van de afbraak van de verzorgingsstaat. We zijn simpelweg nu niet in staat bij een acute wijziging van de zorgsituatie van ouderen adequaat te handelen. Dat ligt niet aan het verzorgend personeel of de intentie van de zorginstellingen. Een oplossing zou zijn de terugkeer van het ouderwetse ‘bejaardenhuis’, maar dan in een modern jasje. Bij een veel groter aanbod van intramurale zorg voor ouderen kunnen zorgtaken toch echt veel efficiënter worden aangepakt, dan bij ambulante zorg, Wellicht raken we hiermee ook weg van alle zorgcowboys, die over de rug van de cliënten alleen zichzelf maar verrijken in het huidige systeem waarbij de zorg een verdienmodel is.
De aangeboden woonvoorzieningen in de nieuwe situatie hoeven ook niet zo groot te zijn als de veelal te ruime eengezinswoningen waar de oudere nu woont. Dat zou de doorstroming op de vastzittende woningmarkt ook flink kunnen helpen. Het zo lang mogelijk thuis blijven wonen staat nu een hoop in de weg. Zeker met een tsunami aan ouder wordende mensen in het verschiet, zouden we zo’n doorstroming toch echt moeten omarmen. Houd hier alstublieft rekening mee als u uw vakje rood kleurt in oktober.