'Mijmeringen' is een wekelijkse column van Dongenaar Rinus Krijnen
Strategisch stemmen
We klagen al een eeuwigheid over het grote aantal partijen die op de stembiljetten staat. Dat zijn er nu 26. Godgeklaagd, is een toch wel algemene mening. Waarom doen we daar niets aan? Geen idee, maar tijdens de verkiezingen van 22 november 2006 konden we ook kiezen uit 26 partijen. Dat lijkt dan weer veel, maar in 2021 konden we zelfs kiezen uit 37 partijen. Of de Kiesraad heeft stevigere criteria ingevoerd, of de tientallen aanvankelijke partijen bleken toch gebakken lucht te zijn. Blijkbaar vindt de politiek het wel goed zo, ondanks het gemor van het volk. Ik hoor in mijn omgeving van links tot rechts dat we op minder partijen zouden moeten kunnen stemmen, maar dat is volgens mij niet het echte probleem.
Het is echt niet zo uitzonderlijk dat we op 26 partijen mogen stemmen. Voor de Tweede Wereldoorlog hadden we soms wel kieslijsten met meer dan 50 partijen, en dat terwijl de kamer toen nog slechts uit 100 zetels bestond. Je moet de kiezer wel zelf uit kunnen laten maken op wie hij of zij een stem uitbrengt. Dan is er in ieder geval sprake van democratie. Maar je zou wel een kiesdrempel kunnen instellen bij de uitslag, waarmee het politieke proces rond het vormen van coalities een stuk overzichtelijker wordt. Bovendien zal het politieke proces hierbij ook een stuk efficiënter plaatsvinden, als niet voor elke scheet 17 en inmiddels zelfs 21 partijen om hun
mening wordt gevraagd. Want het aantal partijen in de kamer is het echte probleem. Zelfs in de vooroorlogse situatie met rond de 50 partijen op het kiesbiljet, haalde maar een kwart van de partijen de kamer.
Om dus te voorkomen dat we net als nu meer dan 20 partijen in de kamer krijgen zou een hogere kiesdrempel moeten worden ingevoerd. Dat betekent wel dat een aantal altijd aanwezige splinterpartijen geen politieke stem meer zou krijgen. Hoe erg is dat? Vooral partijen in de uiterste flanken van politieke idealen zullen hier moeite mee hebben. De discussie verstomt telkens. Een nieuw plan is om dan maar het aantal zetels in de kamer te verhogen. Gezien de agenda is het technisch namelijk voor een eenmansfractie geen doen om aan alle debatten mee te doen of een duidelijk afgewogen standpunt in te nemen. De hoeveelheid leeswerk speelt ook een belangrijke rol. Niet te behappen voor een normaal mens. Er is wel meer kans dat met een grotere kamer het aantal eenmansfracties afneemt. Maar is dat de oplossing?
Als er een hoge kiesdrempel is, zijn er geen eenmansfracties. Wordt het politieke klimaat beter als er nog meer kans is op meer partijen? De oplossing is dus de kiesdrempel verhogen en laat de kamer maar qua aantal voor wat het is. Maar dat is allemaal wel leuk, maar wat heb ik daaraan bij de komende verkiezingen? Niets. Er is geen hoge kiesdrempel en ook het aantal zetels blijft 150. Je hebt dus nog steeds de mogelijkheid om op de Libertijnse partij te kiezen of de Partij voor de Sport. Nog even en we hebben een partij voor achteruit schuifelende regenwormen. En als ze een zetel bemachtigen krijgen ze ook nog eens spreekrecht.
Als je dus gaat stemmen zijn vele partijen weggegooide moeite om je stem op uit te brengen. Ze zullen nooit meeregeren en een tegengeluid van een overwerkte en irrelevante parlementariër maakt ons land niet slagvaardiger. Een stem heeft pas invloed als deze wordt uitgebracht op een mogelijke coalitiepartner of een duidelijke oppositiepartij. Strategisch kiezen noem ik dat. Hebben we straks weer rond de 20 partijen in de kamer, dan duurt het een jaar voor er een regeerakkoord en coalitie is en zie je dat het na 2 jaar weer naar huis wordt gestuurd. Zie o.a. Rutte 4. Veel te veel meningen.
Met de belangrijke thema’s waarover besluiten moeten worden genomen de komende tijd, helpt een land dat zowat continu in demissionaire toestand is, ook niet echt vooruit. Advies: heb je één van de stemwijzers ingevuld en kom je uit op een vermoedelijke splinterpartij, kijk dan welk alternatief van pakweg de grootste 8 partijen het dichtst bij je idealen aansluit en vul dat vakje rood. Regeren is vooruitzien. Maar als we om de twee jaar naar de stembus moeten gaan blijven we blind.