Mijmeringen: ‘Verzorgingstehuis’

Foto:

‘Mijmeringen’ is een wekelijkse column van Dongenaar Rinus Krijnen.

Verzorgingstehuis
Inmiddels ben ik ruim 65,5 jaar oud. Hoe langer hoe belangrijker wordt de toekomst. We zijn met ons twee, hebben geen kinderen en zijn als we later iets gaan mankeren of minder vitaal worden afhankelijk van het systeem. Stel dat onze huidige huisvesting een blok aan het been wordt, dan kunnen we het verkopen en van de opbrengst mogelijk vervangende huisvesting kopen of huren of zelfs zorg inkopen. En wat is dat dan?

De roep om verzorgingstehuizen, die we, met veel bombarie, na de introductie van de participatiemaatschappij hebben wegbezuinigd, is terug. De -vaak- vrijwillige participatie van mensen in de ouderenzorg zou ervoor zorgen dat de kosten voor ouderen flink zou dalen. De zorg zou worden overgenomen door mensen uit de omgeving van het slachtoffer: familie, vrienden, kennissen en buren. Daardoor konden de verzorgingstehuizen worden opgeheven. Deze utopische voorstelling van zaken, was uiteraard gedoemd te mislukken. Aan de huidige mens worden flinke eisen gesteld over zijn arbeidsparticipatie en zorg voor zijn eigen kroost en er is helemaal geen tijd om ook nog mantelzorgertje voor pa of ma te spelen.

En dat elke oudere mens zo lang mogelijk zelfstandig wil blijven wonen beweert ook haast iedere mens met de mond, maar blijkt in de praktijk eigenlijk niet goed te kunnen. Ik ken hele oude mensen die nog op zichzelf wonen. Ook die willen zo lang mogelijk zelfstandig blijven. Op vele gebieden is daar ook echt wel iets voor te zeggen, zolang de gezondheid op orde blijft en men alles inderdaad nog onder controle heeft. Maar dat is niet altijd het geval. Sommige ouderen leiden aan verlies aan decorum en uiten zich ineens bot, onverschillig of ongenuanceerd. Zelf hebben ze dat niet in de gaten. Ook merk ik dat sommige zaken niet meer vanzelf gaan. Vulde de hoogbejaarde tot voor kort nog zijn eigen belastingformulieren in via internet, dit jaar kreeg hij een waarschuwing van de belastingdienst dat hij zijn aangifte te laat had ingestuurd. Gelukkig nog zonder consequenties. Hij was in de veronderstelling dat hij dit wel tijdig had gedaan, maar ik kon zien dat hij zijn DigID dit jaar nog niet had aangeraakt. Hij was vergeten dat ik er vorig jaar een app voor op zijn smartphone had geïnstalleerd. De smartphone wordt ook al minder populair, omdat de toepassingen hoe langer hoe ingewikkelder lijken.

Nadeel van deze moderne hulpmiddelen is dat elk vlakje of knopje op het schermpje een andere functie heeft en achter elke aanraking zich weer nieuwe functies ontwaren. In je hoofd moet je heel abstract schakelen. Niet zoals bij een radio uit de jaren vijftig, waar elke knop op het toestel een eigen functie had en alleen de afstemknop voor de zenders meerdere keuzes ondersteunde. Gelukkig was er een afstemschaal waar de zenders op waren genoteerd. Het leven was zo simpel. En als je hoog bejaard bent, ontstaat er nogal eens kortsluiting in je hoofd en weet je het gewoon niet meer, terwijl je zeker nog niet dement bent. Als dit te vaak voorkomt en iemand woont alleen, dan gaan er dingen op een gegeven moment fout. Dan zou hij vroeger naar een bejaardenhuis gaan. Terwijl toen de wereld nog veel simpeler was. Want, woonde zo iemand in een omgeving waarbij hij dagelijks andere mensen zag of sprak, dan kon hij het zonder al teveel inleveren van levenskwaliteit toch nog best een tijd volhouden. Bejaardenhuizen zijn er niet meer. Het idee om alleen maar soortgelijke mensen in een zelfde levensfase bij elkaar te laten wonen is niet meer van deze tijd. Als we hulpbehoevende mensen al bij elkaar laten wonen, dan moet dat een omgeving zijn waar onderscheid is. Dat prikkelt meer en dat is goed voor de mens. In de praktijk bestaan dergelijke verzorgingstehuizen ook niet. We moeten zo lang mogelijk op onszelf blijven wonen en het niet gek vinden als er weer iemand dood in zijn appartement wordt aangetroffen, nadat er maandenlang niets meer van hem is vernomen. Ja, hij wilde -stoer- zelf zo lang mogelijk zelfstandig wonen, maar was het moment kwijt dat dit niet meer kon. En de politiek ondersteunde dit van harte, want dat was een stuk goedkoper dan forse instellingen met een brede top vol kosten.

Dan schrikken we zogenaamd. Feitelijk is sociale controle het allerbelangrijkste om een menswaardig bestaan te leiden. Veel beter is het daarom om in plaats van tot het uiterste zelfstandig te blijven wonen kleine woongroepen te creëren, die grotendeels zelfvoorzienend zijn. Geen grote verzorgingstehuizen met een brede top, maar een overzichtelijke locatie met een ambulante verzorger/lokatiemanager, waar een aantal stellen of alleenstaanden samen wonen en toch privacy kennen. Woonvormen met gemeenschappelijke (moes-)tuinen, een was- en kookruimte en een plek om gezamenlijk te recreëren en te kunnen eten. Elkaar een beetje in de gaten houden en elkaar helpen waar het nog kan. De één rommelt wat in de tuin, een aantal andere bewoners koken en er is altijd tijd om samen leuke dingen te doen. De lokatiemanager zorgt dat er structuur is. Niets verplicht uiteraard. Maar in zo’n omgeving blijft de kwaliteit van leven hoog, doordat je omgeving ziet hoe het met je gaat.

En natuurlijk begint dan iedereen te mekkeren over de kosten van deze knarrenhoven. Afgezien van het technisch realiseren, valt het reuze mee. Ze moeten namelijk zoveel mogelijk zelfvoorzienend zijn, waarmee kosten worden gedrukt, De term knarrenhof is overigens niet juist, want je zou deze woonvorm diverser moeten insteken. Dan wordt het geheel ook minder kwetsbaar. De huidige situatie waarbij mensen zolang mogelijk ‘zelfstandig‘ moeten blijven wonen is failliet. De hulp die kan worden ingeschakeld om dit mogelijk te maken voldoet niet aan enige sociale controle.

Had ik al verteld dat mijn hoogbejaarde schoonvader dit jaar al aan zijn vijfde hulp toe was?

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen