Toon en Marjon vieren hun 50 jarig huwelijk

Foto: Ruth Wilmans

Vrijdfag 26 november 2021 was het precies 50 jaar geleden dat Toon en Marjon Quirijnen – in ’t Groen trouwen. Het wordt binnen de coronaregels gevierd met kinderen, kleinkinderen en enkele goede vrienden. Met vaste zitplaatsen zoals dat nu moet. En dan sluiten ze een nieuw contract, want ze gaan zeker nog even samen door. Ze maken dat ‘contract’ elk jaar op de avond van hun jaarlijks huwelijksfeest.

door: Ruth Wilmans/Weekblad Dongen

Samen werken
Hoe blijf je bij elkaar in lief en leed? Dat is geen geheim zegt Toon. Elkaar de ruimte geven vult Marjon aan. Natuurlijk heb je wel eens een meningsverschil, maar dat duurt nooit lang. Voor Marjon is het leukste aan Toon zijn zorgzaamheid. Hij zou eigenlijk alles voor Marjon willen doen. Ze voelt zicht veilig en beschermd. Je kunt op hem rekenen. Toon vind het fijn dat Marjon eigenlijk overal wel raad op weet. Hij komt er met de hulp van Marjon wel uit. Zo werkt het goed samen. Je houdt elkaar overeind. Het is geven en nemen.

Knappe vent
Toon is bevriend met de broer van Marjon en komt daar dikwijls thuis, en zo ontmoetten ze elkaar. Hij brengt haar wel eens naar het station in Tilburg, als ze naar Den Bosch moet voor haar werk. Of ze gaan samen naar een feest. Marjon werkt in de verpleging, vooral in de geestelijke gezondheidszorg. Toon komt haar daar wel ophalen, en wacht op haar in een hoek van de woonruimte. Hij is een knappe vent en de vrouwelijke patiënten zijn dol op hem. Daar moet hij eigenlijk niet veel van hebben. Hij neemt Marjon maar snel mee als ze klaar is met werken, en dan gaan ze op café in Den Bosch.

De leukste baan
Toon werkt in de administratie bij het transportbedrijf Koreman in Dongen en heeft in die 39 jaar het bedrijf groot zien worden; van 4 vrachtwagens naar wel meer dan 40. Maar toen het overgenomen werd, is hij er binnen een half jaar weggegaan. Het is daarna even zoeken maar hij krijgt werk als huismeester bij Overdonk. Hij vind zelf die laatste baan het leukste; ‘het is heel afwisselend en je hebt veel contact met de patiënten die daar langdurig verpleegd werden’, zegt hij.

Een eigen flatje
Het is moeilijk om een huis te krijgen in Dongen. Marjon verteld dat ze vijf jaar op de wachtlijst stonden, en eigenlijk een beetje waren vergeten. De ambtenaar wil niet geloven dat ze al zo lang wachtten, maar Marjon gaat niet weg voordat hij het nagezocht heeft. En toen het bleek te kloppen, en ze een eigen flatje hebben, kunnen ze eindelijk trouwen.

Onder water
Het bevalt Marjon niet erg op het kleine flatje, en ze is blij dat ze na anderhalf jaar eindelijk een fatsoenlijke woning krijgen, waarin ze met een kleine jongen en een tweede op komst, in kunnen trekken. Het gaat niet over rozen, want na de eerste nacht blijkt de hele benedenverdieping onder water te staan door een kraan die lekt. Gelukkig kan het allemaal opdrogen, en nu wonen ze nog steeds op de Helfrichstraat.

Dubbelloopsgeweer
Drie zonen hebben ze gekregen; Marcel, Paul en Marc met telkens 2 jaar ertussen. Een echt mannengezin dus. Marjon vindt het prima, die mannen, ze is er blij mee. De zonen brengen vaak na het stappen hun vrienden mee naar huis en dan wordt er nog wat na-gefeest. Maar binnen strenge regels! Er wordt niet gebakken, geen eieren en geen frieten, is de wet van Marjon. En zoon Marcel heeft flink ontzag voor zijn moeder. Pas op als ze naar beneden komt om even poolshoogte te nemen! De vrienden noemen de mevrouw met haar blote benen gekscherend ‘De mevrouw in badjas en dubbelloopsgeweer’. Die bijnaam is gebleven. Bij het huwelijk van vrienden wordt ze uitgedaagd om in badjas te komen, omdat de vrienden haar zo kennen. ‘Dat is prima, zegt Marjon en heeft het lef om echt in badjes te verschijnen. Het huwelijkspaar had natuurlijk niet verwacht dat ze dat zou durven. Het tekent Marjon; durf, met lef, weten wat ze wil, vol ideeën. En welbespraakt. Zij is het meeste aan het woord, Toon luistert liever.

De kinderen leren werken
Er wordt hard gewerkt in het gezin Quirijnen. Iedereen moet meedoen. Naast het werk buitenshuis en voor de kinderen zorgen, wordt er steeds gezocht om wat meer inkomen te genereren. Dat is wel nodig met drie opgroeiende, flink etende jongens. Marjon begint thuis met het omkeren van Hawedo stoffen handschoenen. Toen ze dat door de geur niet meer kon verdragen ging ze over op inpakken. Via Troost verpakkingscentrale is er van alles ingepakt en omgepakt. ’De huiskamer staat altijd vol met honderden dozen of kisten,’ vertelt Marcel. ‘Kersenbonbons in doosjes doen, van Vinolia zeep de randjes afpoetsen en verpakken. En snoep zakken vullen. Alles moest op een bepaalde tijd en dag klaar zijn. Iedereen helpt mee, ook pa na zijn werk, de kinderen en oma helpen volop mee’. Ook heeft Marjon nog riemen gestikt met een grote leermachine. En ze hebben een moestuin waar ze hun eigen groenten in verbouwen. En later past Marjon met plezier op de 7 kleinkinderen.

Waar zijn je ouders?
Als de kinderen volwassen worden gaat Marjon terug naar haar oude beroep, het verplegen van beginnende demente bejaarden, dit keer in de Volckaert. Ook zij vindt haar laatste baan het fijnste, en voor al het langdurig contact met de patiënten. In deze periode hadden de kinderen dus, zegt Marcel gekscherend, ‘een vader op Overdonk en een moeder op de Volckaert’.

Een vrouwenhand staat nooit stil
Nu ze beiden met pensioen zijn, hebben ze ook beiden hun eigen drukke bezigheden. Toon doet aan biljarten en badmintonnen. Marjon kan nog steeds niet stil zitten, ze doet veel aan haken, breien en ander handwerk. Het huis ligt er vol mee.

Met dank aan Ruth Wilmans/Weekblad Dongen

 

 

 

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen