Column Peter Verschure: ‘Hulpgeroep in de tuin’

Foto: CC0 Creative Commons

In zijn column beschouwt natuurmens Peter Verschure op zijn kenmerkende manier de zaken met een groene bril. Deze keer houdt hij het dichtbij huis met een hachelijk avontuur in eigen tuin….

Hulpgeroep in de tuin
In het weilandje onder de appelbomen lopen onze kippen te kakelen en geitjes te mekkeren. Tussen die vrolijke families graast rustig onze ‘Zwarte Moor’, zoals we onze pony gedoopt hebben. Speciaal voor onze kleinkinderen gekocht, beweerde ik, maar mijn vrouw was er van overtuigd dat mijn eigen paardenliefde ook had meegespeeld bij deze investering van 100 euro.

Moortje werd door onze kleinkinderen meteen héél hartelijk ontvangen en werd geborsteld, gekamd, geknuffeld en verwend. Toen kwam de vraag: ‘van wie is de pony eigenlijk?’ Van jullie allemaal samen was Salomons oordeel maar daar waren ze het niet mee eens dus werd er stevig onderhandeld. Eén van de fortuinlijke neefjes werd voor 75 euro de nieuwe eigenaar van Moortje, maar dan moesten opa en oma voor een stalletje zorgen en ook voor een zadeltje en dagelijks hooi, brok en peeën. Opa en Oma mochten dan zelfs de hoefsmid à 27.50 per keer betalen…. We gingen akkoord; met de afspraak erbij dat ook de andere kinderen erop mochten rijden. ‘Deal’ zei de nieuwe jonge paardenhandelaar.

Als tegenprestatie verwachtte ik wel dat de nieuwe eigenaar de paardendrollen regelmatig uit het weiland zou opruimen. Ondanks de goede bedoelingen, bleek die belofte later erg voorbarig geweest te zijn. Regelmatig gaf ik de jonge ruiter eenvoudige rij-instructies, terwijl zijn jongere broertje ongeïnteresseerd toekeek. ‘Niks aan, kan ik ook’ was zijn commentaar.
Op ’n keer bood ik hem aan om ’t ook een keer zelf te proberen. ‘Je moet rechtop zitten en vooral met je knieën goed tegen de buik van ’t paardje drukken zodat je stevig blijft zitten, was mijn advies. En vooral niet met je hakken tegen zijn flanken slaan want dat is ’t teken dat hij harder moet en dan gaat Moortje draven.’ Na ’n tijdje gestapt te hebben zei hij: ‘Opa laat maar los, ik kan het wel alleen…’

Met volledig vertrouwen in onze brave pony liet ik hem met een gerust gevoel ’n eindje alleen stappen op het tuinpad langs onze kikkerpoel. Héél rustig stapten ze samen voor mij uit, totdat het kereltje, waarschijnlijk onbedoeld, met zijn hakken tegen de flanken van het paardje tikte. Het brave Moortje luisterde direct naar die instructie en begon op dat commando te draven. Door dat gehobbel stuiterde het ventje op de rug van de pony en daardoor klapperden zijn beentjes steeds harder tegen de flanken van Moortje, waardoor deze nog sneller ging draven…

Mijn reactie kwam wat later dan die van Moortje, dus had deze opa het nakijken, terwijl die twee ertussen uit draafden. Het stuiteren en met de beentjes klapperen ging steeds sneller en Moortje deed wat hem geleerd was… nog sneller draven totdat hij in rengalop overging richting kikkerpoel… Mijn geroep op afstand: ‘Ho Ho Moortje, rustig maar, hij is braaf’ had geen enkele uitwerking op het rennende diertje. Weg waren ze, in volle galop, en stuurloos rende het paardje een rondje rond onze vijver. Toen ik ze aan de overkant achter de struiken uit zag komen rennen was ik opgelucht dat het ventje er nog opzat. Terwijl hij HELLUUUUUP gilde. ‘Goed blijven zitten’ was het enige wat ik op die afstand nog kon aanmoedigen.

Even daarna kwamen ze in volle vaart recht op me af, maar ik durfde het paardje niet ineens tegen te houden, want dan zou mijn kleinzoon gelanceerd worden. Dus ik beperkte me maar weer tot ‘blijven zitten jongen, goedzo!’ Met zijn knuisjes stevig vastgepakt in de weelderige manen van de pony begonnen ze samen (onvrijwillig) aan de 2e ronde in volle vaart, terwijl hij hard begon te roepen: ’OPA RED ME… OPA RED ME’. Ja ik begreep het, hij was de heldendood nabij. Want ’n opa die alleen maar riep: ‘Ho Moortje, rustig maar paardje’ maakte er zijn overlevingskansen ook niet groter op.

Toen ze samen ook nog op volle snelheid aan een 3e ronde begonnen, sloeg niet alleen het paardje maar óók opa’s hart en beetje op hol. En zeker toen het ‘OPA RED ME!’ steeds harder en frequenter begon te klinken was mijn hoop gevestigd op het matige uithoudingsvermogen van Moortje. Wéér kwamen ze recht op me af en deze keer kwam de pony puffend en bekaf naar mij toe gerend om tegen me aan tot stilstand te komen. Alsof hij wilde zeggen: ‘Opa red me’ van dat kereltje op mijn rug.

De onfortuinlijke ruiter zat sprakeloos op het paardje met een aangelopen, rood hoofd dat leek of het ieder moment kon ontploffen. Toen ik dat zag kon ik ’n lachbui niet meer onderdrukken. Hij keek me aan alsof hij me dood wilde maken en riep: ‘jij bent de stoutste opa van de hele wereld en ik ga nooit meer bij jou op paardrijles en zeker niet op een zwart paard!’ Wat zijn probleem nou specifiek met een zwart paard was kon ik effe niet verklaren. Misschien had hij betere herinneringen aan de witte schimmel van de Sint, die zich toen bijna aankondigde. Of zat de angst voor roet Piet of Zwarte Piet er nog steeds in?

Enkele weken later, tegen oudjaar, zouden de neefjes de paardendrollen uit het weiland gaan verwijderen. Opvallend was, dat de 5 neefjes het samen zouden doen, opa hoefde deze keer niet mee te helpen… Benieuwd naar de reden van zoveel spontane inzet liep ik het weiland in en zag de neefjes én Moortje naar de grond staan staren, waar een ferme paardenmop lag te pronken met daar bovenop brandende sterretjes (vuurwerk)… toen een hevige harde knal. Moortje spurtte als een bezetene het weiland in, de 5 gierende lachende vlegels achterlatend. ‘En strooi dan wat lekkers’ begon er één te neuriën terwijl hij de ‘resten’ uit zijn haar probeerde te verwijderen. Het rotje had z’n uitwerking niet gemist en deze manier van poepruimen was ‘best vet’ vonden ze, daar hadden ze de hulp van opa niet bij nodig.

Groeten uit de Groenstraat,
Peter

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen