Column: ‘Stop!! ‘De peuk erin’ ‘

Foto: CC0/Creative Commons

In haar column Dagelijkse Dingen schrijft Bernadette Klerx over zaken die we allemaal wel herkennen. Ze neemt ons mee in het leven van alledag, soms met zaken die we koesteren, soms met zaken die ons allemaal een beetje irriteren. Maar telkens weer met die onmiskenbare ‘Oh ja’ ervaring.

Stop!! ‘De peuk erin’
Ja, ik ben gestopt… met roken. Inmiddels al weer 16 jaar geleden maar de worsteling en strijd die het me gekost heeft, staat nog strak op mijn netvlies. Ik moest er weer aan denken omdat het STOPtober is en ik de afgelopen week een flits van een tv-programma voorbij zag komen, waarin mensen zich vrijwillig samen laten ‘opsluiten’ om de verslaving collectief de baas te worden. Waarschijnlijk onder het motto ‘ gedeelde smart is halve smart’.

Want smart, dat is het voor veel stoppers toch wel. Mij heeft het ieder geval heel wat kruim gekost. Ik herinner me nog de duizeligheid in mijn hoofd na de eerste nicotineloze dagen, waardoor het stoppen al meteen niet meer zo’n goed idee leek. Daarna doken nog regelmatig momenten op waarop ik ’s avonds thuis op de bank – met koffie, maar zonder sigaret – hevig met mezelf een dilemma uitvocht: zal ik nog naar het tankstation rijden of niet? Ik heb ook nog serieus overwogen om gewoon weer te beginnen. Ik deed het gelukkig niet. En…ik heb uiteindelijk gewonnen.

Bizar eigenlijk dat de roker in pakweg dertig jaar tijd getransformeerd is van een stoere jongen of meid tot een loser, een persona non grata, die aan alle kanten dwars wordt gezeten. De hedendaagse roker heeft het moeilijk: hij wil eigenlijk van zijn verslaving af, maar dat is niet zo eenvoudig als het voor niet-rokers lijkt ( ‘Als je wilt stoppen,stop je toch gewoon.’) Zo werkt het voor de meesten niet, want een verslaving heet niet voor niets verslaving: je kunt niet zonder. De roker wordt dus meedogenloos geconfronteerd met zijn eigen onmacht en als ‘extraatje’ krijgt hij van de ‘buitenwacht’ nog de nodige hoon en misprijzende blikken over zich heen.

Wat een verschil met pakweg 30/40 jaar geleden. Ik herinner me nog de woonkamer uit de jaren 70-80. Roken was nog niet bestempeld tot gevaar voor de volksgezondheid, dus onze ouders wisten niet beter. Thuis stonden dan ook prominent op een aantal strategische plekken asbakken, en buurvrouwen, ooms en tantes die op bezoek kwamen, rookten vredig hun sigaartje of sigaretje. Niemand die er opmerkingen over maakte of zich er druk over maakte. Als na een avondje stomen de lucht blauw stond, werd de volgende dag de deur een tijdje opengezet en klaar was Kees.

Maar toen kwamen de jaren 90, de jaren van het ontmoedigingsbeleid en daarmee begon ook het ‘pesten’ van de roker. Eerst nog in milde vorm: er kwamen speciale rookruimtes, rookpalen op de stations en op de pakjes sigaretten verschenen angstaanjagende teksten en dito foto’s. Die speciale rookruimtes waren overigens een lachertje. Na één rooksessie kon de afzuigkap het al niet meer aan en hing er zo’n gigantisch dikke rookwalm, dat je al spontaan hoofdpijn kreeg als je alleen maar de deur opendeed. Nu is de roker verbannen naar een naargeestig soort ‘afwerkplek’ om zijn verslaving te bevredigen.

Ik ben dus heel blij dat ik ervan af ben. De sigaret is niet meer de baas over mij. En ik heb ook mijn kinderen ervan kunnen overtuigen dat ze beter niet kunnen beginnen.
Inmiddels twijfelt niemand er meer aan dat roken heel slecht voor je is. De rokers zelf weten dat ook heel goed. Daarom wil ik alle rokers die nu of in de toekomst willen stoppen, een hart onder de riem steken. Houd vol, het is echt de moeite waard. En of je de strijd nu alleen of samen aangaat: je kunt het!

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen