“Als kind op de lagere school was de kermis al mijn passie. Mijn klasgenootjes tekenden beestjes en boerderijen. Ik tekende een draaimolen.” Zijn liefde voor de kermisattracties zat er al vroeg in.
Later, toen hij zijn bakkerij in Oosterhout runde, reed hij met de broodkar rond en zijn speciale klanten zaten, hoe kan het ook anders, op de kermis. “Ik liep daar tussen de attracties door om te kijken hoe het een en ander werkte.” In de loop der jaren heeft de nu 84-jarige Sandig veel foto’s van diverse attracties gekregen van de exploitanten om deze als miniatuur na te maken. Vaak werd gevraagd door deze exploitanten of zij deze miniatuur niet konden kopen? Het antwoord van Sandig was kort maar krachtig: “Nee! Want wat jezelf gemaakt hebt, ga je niet verkopen.” Inmiddels is het nu een 16-delige verzameling geworden. Wat hij er straks mee gaat doen, laat Harry Sandig nog even in het midden.
Door Piet Scheepers
Harry Sandig kan uren uitweiden over het kermis gebeuren. “De kermis anno 2021 is niet meer te vergelijken met die van vroeger. Er is zoveel veranderd! Niet alleen het verpachten, maar ook de hedendaagse attracties die veelal door computers worden aangestuurd, zijn niet meer te vergelijken met hun nostalgische voorlopers.”
“Ik was blij dat ik iets kon laten draaien!”
De miniatuur kermisbouwer Sandig is begonnen met als basismateriaal de mecano bouwdozen. In die tijd waren er met mij nog een dertiental fanaten met dit miniatuurkermisbouwvirus besmet. “Nu zijn er om en nabij 200 personen met deze hobby bezig. Heel veel jeugd. Je ziet dat door de computer aansturingen, de robotica, de technieken zijn veranderd. Deze jongelui hebben allemaal een technische opleiding als basis. Ik was al blij dat ik een lampje kon laten branden of iets kon laten draaien,” lacht Sandig en vol trots vertelt hij dat hij nog van oude rozijnenkistjes, uit 1954 uit hun bakkerij, een attractie heeft gemaakt. Een van zijn laatste bouwsels zal een gebakkraam zijn. Met een knipoog naar zijn kermismaatje Ad Bierens.
Tentoonstelling op gemeentehuis Dongen.
Toen Dongen in 1994 uitgeroepen werd tot Bovak-kermisstad van Nederland, exposeerde Harry Sandig zijn miniaturen in het Dongense gemeentehuis. “Iedereen was enthousiast. Ik ben toen ook benaderd door de voormalige kermismeester Con Verdaasdonk, om zitting te nomen in de jury Piet Leander Trofee.” Dit jaar heeft Sandig voor de 25e keer gejureerd en is het moment gekomen om een stapje terug te doen. Of hij daar spijt van krijgt, om zo maar afscheid te nemen van zijn kermiswereld, is de vraag? Anderzijds vraagt het thuisfront ook meer aandacht.
Mini draaimolen
Ruim twintig jaar geleden, toen hij met de VUT ging, liet hij een mini draaimolen maken. Daar konden 19 kinderen in plaats nemen. Sandig ging daar braderieën, scholen en evenementen mee af. “Veelal deed ik dit pro deo. Dat was de mooiste tijd die ik heb beleefd!” Inmiddels is dit speelgoedje verkocht en heeft Harry Sandig hier heel veel spijt van. “Ik heb deze draaimolen een jaar of zeven te vroeg verkocht. Gedaan vanwege mijn leeftijd maar ook vanwege een nare ziekte op dat moment.”
Zal Harry Sandig weer heimwee krijgen naar deze tijd? Heimwee naar de nostalgie, die kermisvertier heet!
