Spaanders: ‘De wet van Murphy in Dongen’

Foto: Jan Stads/Pix4Profs

‘Spaanders’ is een column waarin Dongenaar Henk Spaan zijn visie geeft op actuele Dongense zaken, de lokale politieke processen en al wat verder afkomt op de bewoners van de gemeente Dongen. Prikkelend en altijd op zoek naar het hoe en waarom van zaken. Henk Spaan (68) heeft 40 jaar overheidservaring, waarvan gedurende meer dan 27 jaar als gemeentesecretaris. Op dit moment houdt hij zich vooral bezig met managementadvisering en coaching.

De Wet van Murphy in Dongen

Iedereen kent de term “De wet van Murphy”: Als iets fout kan gaan, gaat het ook (een keer) fout. Daarnaast gebruiken we de term ook om aan te geven dat als iets eenmaal is fout gegaan, er vaak in het verlengde daarvan steeds weer dingen fout gaan. Hoewel de oorspronkelijke “wet” uitgaat van het feit dat iets een keer fout gaat, wordt in de praktijk met name het herhalende karakter van fouten met de wet geassocieerd.

Als je uitgaat van het genoemde herhalende karakter van fouten, dan is een schoolvoorbeeld ervan de energieproblematiek in De Beljaart. Daarbij is het van het begin af aan fout gegaan. Dat begon al met de keuze van het systeem. Dongen liep voorop. Op zich niks mis mee, maar ik vind wel dat je als gemeente heel goed moet weten dat je, juist omdat je voorop loopt, niet met allerlei kinderziekten te maken gaat krijgen. Er waren eigenlijk geen voorbeelden op de schaal van De Beljaart als het gaat om het gebruik van aardwarmte en alle techniek daar omheen. Het principe was bekend en werd ook op een aantal plaatsen wel gebruikt, maar niet in een hele woonwijk. Er is toen bewust een risico genomen. Dat was gelet op de kennis van dat moment, optisch wel een gecalculeerd risico. Achteraf moeten we constateren dat het risico veel te laag is ingeschat.

Kun je de bestuurders een verwijt maken op dit punt? Ik vind van wel, maar je moet dat wel met een zekere mildheid doen. Er mocht gelet op de expertise en de naam van de leveranciers en beherende partij ook worden uitgegaan van het kunnen hebben van vertrouwen. Daar kwam bij dat het systeem op zich vanuit een oogpunt van milieu en duurzaamheid in de basis beslist voordelen heeft t.o.v. meer traditionele systemen.

Tijdens de aanleg ontstonden er echter al heel snel allerlei problemen en dat werd alleen maar erger toen de eerste bewoners het systeem gingen gebruiken. Wederom achteraf, kun je zeker zeggen dat de bestuurders misschien te lang zijn doorgegaan vanuit de gedachte: “het komt wel goed!”. Nu, zoveel jaar later kun je zeggen dat het beter was geweest er destijds “de stekker al uit te trekken”, maar dat is makkelijk praten. In de loop van het proces kwam er, heel begrijpelijk, steeds meer weerstand vanuit de gebruikers. Het bestuur heeft hierop gereageerd door iedere keer weer onderzoeken te laten doen of bepaalde deelmaatregelen te nemen. Dat werkte uiteindelijk iedere keer niet goed uit.

Het is misschien goed hier nog eens heel duidelijk te zeggen dat weliswaar één wethouder in formele zin de kartrekker is, maar dat het hier nadrukkelijk om een zaak gaat die het hele college aangaat. Ook de raad was, op het niveau dat bij dat bestuursorgaan past, op de hoogte. Ik heb in een column van een flinke tijd geleden al aangegeven dat vanuit de gezamenlijke verantwoordelijkheid van college en raad, de manier waarop in dit verband door de gemeenteraad met toenmalig wethouder Veldhoven is omgegaan, op zijn zachtst gezegd, bepaald niet de schoonheidsprijs verdiende.

Wat we in het hele proces zien is een keten van fouten, missers, misverstanden en voor het grootste deel mislukte pogingen om e.e.a. te herstellen. Dat is nog niet gelukt en ik vrees dat het nog wel een tijdje zal duren, als het ooit lukt, om alles tot een goed einde te brengen. De wet van Murphy in optima forma.

Tragisch in dit geheel is dat de gemeente opdraait voor de financiële gevolgen. Dat is de consequentie van de handelwijze die door het college is gevolgd en door de gemeenteraad is gesanctioneerd. Je kunt als Raad ook weinig anders. Je kunt nu het proces niet meer stoppen. Er is geen andere weg dan doorgaan, hoe pijnlijk dat ook is. Ik snap dat de raad en daarbinnen individuele raadsleden, niet blij zijn met de gang van zaken en de financiële gevolgen. Dat is ook zuur. Maar wie een betere oplossing heeft, mag het zeggen. Iedereen baalt ervan.

Daarom raakt wat het Democratisch Podium in dit verband gedaan heeft, ook kant noch wal. Een motie van wantrouwen richting wethouder van Beek waarbij niet om zijn ontslag wordt gevraagd, maar om het overdragen van het dossier aan een andere wethouder. Echt grote onzin. Als je een motie van wantrouwen indient, vraag je om het opstappen van de betreffende wethouder, of desnoods het hele college. Als je dat niet durft, ga je gewoon mee. Dit is een nutteloze en kwetsende actie. Een actie die te meer niet deugt omdat alle stappen tot nu toe, in elk geval in meerderheid, door de raad zijn gesanctioneerd. Daarnaast heb je als je zoiets doet, ook de plicht als raadslid om aan te geven hoe het (financiële) probleem dan wel kan worden opgelost. Dit is een goedkope vorm van populisme.

Hoe bitter ook, maar we zullen met zijn allen “de beker tot de laatste druppel moeten leegdrinken”. Het is niet anders. In dit geval is het de prijs die we voor onze democratie moeten betalen. Zeker een partij die het woord democratisch zo hoog in het vaandel heeft staan, had zich hier beter van bewust moeten zijn.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen