Spaanders: “brede herbezinning noodzakelijk”

Foto: dongen.nieuws.nl

‘Spaanders’ is een column waarin Dongenaar Henk Spaan zijn visie geeft op actuele Dongense zaken, de lokale politieke processen en al wat verder afkomt op de bewoners van de gemeente Dongen. Prikkelend en altijd op zoek naar het hoe en waarom van zaken. Henk Spaan (67) heeft 40 jaar overheidservaring, waarvan gedurende meer dan 27 jaar als gemeentesecretaris. Op dit moment houdt hij zich vooral bezig met managementadvisering en coaching.

Brede herbezinning noodzakelijk
Vandaag – het is woensdag 4 februari 2015 als ik deze column schrijf – wordt onze nieuwe burgemeester Marina Starmans geïnstalleerd. Voor haar een nieuwe start. Ook voor de gemeente Dongen een kans om weer eens alles goed op een rij te zetten. Ik denk dat dit heel erg nodig is. In eerdere blogs heb ik er ook al een paar keer op gewezen. In deze column wil ik er nadrukkelijker op ingaan. Dit mede omdat er door het aantreden van de nieuwe burgemeester voor Dongen ook een nieuwe bestuurlijke fase intreedt.

Maatschappelijk is de onzekerheid en de complexiteit de laatste 20 jaar en dan vooral de laatste 5 tot 6 jaar steeds groter geworden. Ik vraag me soms af of we hier wel voldoende bij stil staan. In elk geval maakt dit het extra lastig om voor de maatschappij en dus ook voor onze Dongense samenleving, vanuit één centraal punt, verreikende beslissingen te nemen. Ook een gemeenteraad is niet meer in staat om “in zijn eentje” alle complicaties, gevolgen, implicaties etc. van beslissingen te zien.

De natuurlijke neiging van mensen is om een complex probleem in “hapklare brokken” op te delen en te trachten die per stuk op te lossen, beginnend bij de makkelijkste. De eerder genoemde maatschappelijke ontwikkelingen, maken deze aanpak echter zeer riskant. Je kunt bij voorbeeld niet overzien of een beslissing op één deelgebied, niet volstrekt contraproductief is voor de oplossing op een ander deelgebied. De kans dat je uiteindelijk voor het geheel, geen voldoende of zelfs helemaal geen oplossing vindt, is dan ook groot. Dat is enorm frustrerend. Veel energie gestopt in het vinden van een, in het gunstigste geval, suboptimale oplossing. Met zoals ik al aangaf een grote kans dat er helemaal geen oplossing is. Daar ben je toch geen raadslid of wethouder voor geworden. Al met al is er dus grote behoefte aan overzicht en inzicht en een integrale aanpak. Nu is het moment om daarmee aan de slag te gaan. Aan het eind van deze column zal ik mijn visie weergeven op een mogelijke aanpak die goed is uit te leggen en op basis waarvan goed te onderbouwen prioriteiten kunnen worden gesteld en besluiten kunnen worden genomen.

Het lijkt erop dat we steeds meer in de richting gaan van een groot gebrek aan overzicht over en inzicht in het grote geheel. Binnen het geheel van de vele maatschappelijke problemen en ontwikkelingen, wordt de rol van de gemeenten bij de oplossing ervan steeds groter en nadrukkelijker. Ik zet hieronder een paar zaken op een rij. Het is geen uitputtende opsomming. Ik geef twee voorbeelden van zowel externe factoren als interne factoren.
De belangrijkste externe factoren zijn ondermeer:
– De transities: Het betreft dan de jeugdzorg, de ouderenzorg, de WMO en de participatiewet. Een enorme verandering voor alle gemeenten in Nederland. Het betreft door het Rijk aan gemeenten overgedragen taken die vervolgens voorzien zijn van een veel te lage financiële vergoeding. Doodgewoon een rijksbezuiniging. Dit staat los van het feit dat ik vind dat het inhoudelijk terecht is dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor dit soort taken. Gemeenten staan immers het dichtst bij de inwoners. Maar geef er dan van Rijkswege wel voldoende middelen bij. Het is onontkoombaar dat uitvoering van deze taken op acceptabel niveau betekent dat gemeenten uit de eigen middelen zullen moeten putten. In de begrotingsstukken en het meerjarenperspectief zal daar dus op de een of andere manier rekening mee moeten houden. Het zal het begrotingsbeeld negatief beïnvloeden.
– De enorme bezuinigingen die als gevolg van de wereldwijde financiële crisis ook door gemeenten moesten worden doorgevoerd. Het einde daarvan is, zeker als we kijken naar het financiële meerjarenperspectief van de gemeente Dongen, ook zeker nog niet in zicht.

Zijn de twee genoemde punten feitelijk van bovenaf opgelegd. De volgende twee zijn wel beïnvloedbaar door de gemeente.
– De gemeentelijke wens om een Multifunctionele accommodatie te bouwen. Hiervoor is een investering van € 7.500.000,– in de boeken opgenomen. Afgezet tegen de eerste twee punten, maar ook inhoudelijk, vind ik het onbestaanbaar dat men voorshands zonder nadere overweging, doorgaat op de ingeslagen weg. Men moet zich er terdege bewust van zijn dat het geld maar één keer kan worden uitgegeven. Ik stel er grote vraagtekens bij of je het genoemde bedrag alsmede de in de begroting opgenomen dekkingsmiddelen, voor het MFA moet blijven inzetten. Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen en dat is in mijn optiek niet een MFA van € 7.500.000,–. Dat er op het gebied van sociaal culturele accommodaties iets moet gebeuren, is helder, maar dat kan (eigenlijk moet) ook op een financieel kleinere schaal kunnen.
– De bezuinigingen die moesten worden doorgevoerd, hebben onder meer een enorme uitwerking gehad op de gemeentelijke organisatie. De paradox is dat er van de organisatie meer gevraagd wordt (meer taken, nieuwe taken en intensivering van taken), terwijl de organisatie aanzienlijk is verkleind. Iedereen snapt dat dit niet met elkaar te rijmen blijft. Daar komt nog bij dat juist door het gebrek van overzicht en inzicht bij raad en college over het geheel, het beroep op advisering en het doen van voorstellen door de gemeentelijke organisatie ook alleen maar verder toeneemt. Heel risicovol. Hoe kun je onder dit soort omstandigheden op den duur nog verantwoord je werk doen als medewerker van de gemeente? Ik maak me daar hele grote zorgen over. Het komt uiteindelijk ook de kwaliteit van besluitvorming en besturen niet ten goede.

Deze opsomming kan zonder veel moeite nog worden uitgebreid met allerlei grotere en kleinere punten. Zoals ik hiervoor al aangaf, bestaat het grote gevaar dat er telkens een “behapbare brok” wordt genomen waarvoor men dan een oplossing zoekt. Daarbij wordt niet de vraag gesteld of dit op andere punten wellicht contraproductief is, of dat het, het oplossen van andere, grotere problemen niet ernstig in gevaar brengt.

Dit alles bij elkaar betekent dat het strikt noodzakelijk is om tot een herbezinning te komen. Op korte termijn zou men zich zeer intensief bezig moeten gaan houden met het in kaart brengen van een aantal zaken. Dat zijn het inventariseren van alle problemen, het vastleggen van de dwarsverbanden tussen die problemen, het maken van keuzes en het uitwerken van oplossingen. Daarbij rekening houdend met de dwarsverbanden tussen problemen en gericht op een zoveel mogelijk integrale aanpak.

Mijn gedachte is om dit via een soort drietrapsraket te doen.
1. Begin met nadenken over wie we als gemeente eigenlijk zijn. Waar staan we voor. Wat stimuleert ons. Waardoor worden we geïnspireerd. Dat is een lastige discussie, want je moet deze op een redelijk abstract niveau voeren. Als je dat namelijk niet doet, zit je voor je het weet weer over allerlei detailzaken te praten. Ik noem dat altijd: ”praten over de kleur van de deurknoppen, terwijl er nog geen streep van de bouwtekening van het huis op papier staat”.
2. Vanuit stap 1 formuleer je jouw ambities. Dat kan al concreter dan wat er in stap 1 besproken is. Je vertaalt echter alles wat je eigenlijk zou willen nog niet naar concrete doelen en wensen. Het gaat om een integraal grofmazig wensbeeld en een beeld van ambities, die moeten aansluiten bij de al eerder aangegeven dwarsverbanden. Stap niet in de valkuil van het ad hoc of per stuk benoemen van mogelijke doelen of wensen.
3. Vanuit stap 1 en 2 geef je vervolgens vorm aan concrete doelen en wensen. Dat doe je nadrukkelijk binnen de kaders die ontstaan zijn door de eerdere discussies. Dat moet je dan wel op een realistische wijze doen. Het is evident dat de financiën daarbij een belangrijke rol spelen.

Het is tevens van het grootste belang dat in alle stappen van het proces, er ook voldoende inbreng is vanuit de inwoners van Dongen. Dat is niet altijd makkelijk te organiseren, maar levert wel een groot rendement op.

Als je de genoemde drie stappen doorloopt – en ik besef heel goed dat ook dit niet makkelijk is – ontstaat vrijwel automatisch een geïntegreerde aanpak. Een aanpak die ook uit te leggen is en waarin je goed kunt onderbouwen waarom je welke prioriteiten hebt gesteld. Niet iedereen zal tevreden zijn. Je hebt echter wel op een duidelijke manier een traject afgelegd dat tot de noodzakelijke beslissingen leidt. Dat is waar besturen om gaat.

Zoals ik ook al in eerdere columns aangaf, is het hierbij wel voorwaarde dat men politiek en bestuurlijk over de eigen grenzen van oordelen, vooroordelen en standpunten heen durft te stappen. Het is van het allergrootste belang dat er een raadsbrede, open en eerlijke discussie wordt gevoerd. Kenmerken daarvan moeten zijn: respect voor elkaar en het geven van ruimte aan elkaar. Het afgesproken collegeprogramma mag in deze ook beslist niet meer heilig zijn. Als men niet de bereidheid heeft vanuit de genoemde kenmerken te werken, begin er dan maar niet aan. Dan moeten we accepteren dat alles bij het oude blijft en de wezenlijke problemen niet of slechts gedeeltelijk worden opgelost. Dat gaat ons als burgers alleen maar geld kosten. Daar zijn we in Dongen toch wel te verstandig voor, mag ik hopen. Op dit punt heb ik veel vertrouwen in onze nieuwe burgemeester. Ik hoop dat zij haar schouders onder deze lastige klus gaat zetten en wens haar heel veel succes. Ik zeg dan: “moet kunnen”.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen